-6- 21. Comptabiliteit. b. De heer van Essen vraagt of het college ook een onderzoek heeft inge steld naar de mogelijkheid, dat de 2e en 3e klassen aan het schoolzwemmen kunnen meedoen inplaats van de 3e en 4e klas. De voorzitter antwoordt, dat het college een onderhoud heeft gehad met het onderwijzend personeel, enkele mensen van de overdekte zweminrichting en de inspecteur lichamelijke oefening, waarbij dit aspect uitvoerig ter sprake is geweest. Uit deze bespreking is wel gebleken, dat de voorkeur wordt gegeven aan iets grotere kinderen, omdat die tijdens de zwemlessen wat rustiger zijn en beter gehoorzamen. c. De heer van Essen zegt, dat bij dit punt onder meer de verkoop van bouwterreinen aan diverse mensen is opgenomen, waarbij spreker denkt aan de verkoop in het bestemmingsplan Warga-oost. De namen van de kopers zijn in de comptabiliteit te vinden. Spreker zegt, dat de manier, waarop deze ver koop is gespeeld door zijn fractie als ten hemelschreiend wordt gevonden. Zoals burgemeester en wethouders hier hebben gehandeld raakt volgens de fractie van de P. v.d. A. kant noch wal. Er zijn aan de raad, maar ook aan de Wargaster bevolking beloften gedaan, waar het college zich doodgewoon niet aan heeft gehouden. Burgemeester en wethouders hebben de ene dag dit gezegd en de andere dag dat gedaan, dat idee heeft tenminste zijn fractie. De P. v.d. A.-fractie wil zich dan ook graag van dit beleid distanciëren. Spreker zegt, dat, toen het raadsbesluit inzake het vaststellen van de kavel-prijzen werd genomen, er al direkt een grote vraag naar de kavels was van de inwoners van Warga en van buiten de gemeente wonenden. Spreker zegt, dat het altijd een goede gewoonte was -en wethouder Draisma heeft dit bij een vergadering van Plaatselijk Belang bij Romans ook opgemerkt- dat er over verschillende belangrijke onderwerpen, het dorp betreffende, een onderhoud zou plaats hebben met het bestuur van Plaatselijk Belang. Toen bleek, dat er een grote vraag was naar kavels in Warga, heeft Plaatse lijk Belang om een onderhoud bij burgemeester en wethouders gevraagd ten einde te worden ingelicht omtrent de gang van zaken bij eventuele optie verlening. Het antwoord van burgemeester en wethouders is toen geweest: "Het enige wat iedere candidaat-koper kan doen -naar het heeft niet veel zin- is een verzoek te richten tot burgemeester en wethouders om in aan merking te komen voor een stuk grond, maar verdere toezeggingen kunnen wij beslist niet doen". Spreker zegt, dat op de vergadering van Plaatselijk Belang van 1 maart, waar de burgemeester tevens aanwezig wasduidelijk is gezegd -later ook door wethouder Terpstra in een raadsvergadering op vragen van mevrouw Kooistra-de See-, dat optieverlening pas in 1978, wanneer het terrein bouwrijp was, mogelijk zou zijn. Dit was vrij duidelijke taal. Er is toen op de vergadering van Plaatselijk Belang ook gevraagd,of Wargasters of oud-Wargasters voorrang bij de uitgifte van kavels zouden kunnen krijgen. Het antwoord van de burgemeester was: "Hier niet en nergens is dat mogelijk"'. Dat is natuurlijk grote nonsens. Als men dit als raad wil, kan men het altijd zo regelen dat dit wei mogelijk is. Ilaar op een vergadering van Plaatselijk Belang wordt maar gezegd: "Eet is hier en nergens mogelijk". Dit zijn gewoon leugens. Ook dit vindt zijn fractie een volkomen verkeerde handeling. Al spoedig na die vergadering bleek in Warga, dat er geruchten waren.dat er wel percelen in optie waren gegeven. Het bleek ook al 2 dagen na de vergadering van Plaatselijk Belang in Warga, dat een oud- Wargaster een brief kreeg, waarin duidelijk was gesteld -zoals wethouder Terpstra indertijd heeft opgemerkt- dat optieverlening pas in het voor jaar van 1978, bij het bouwrijp zijn, mogelijk was.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1977 | | pagina 23