-10- Spreker vraagt in verband daarmee, of degenen, die optie hadden gevraagd over de mogelijkheid om direkt te kopen ook bericht hebben gekregen. De voorzitter antwoordt, dat formeel wel even moet worden gesteld, dat de verkoop van grond door deg^aad aan het college is gedelegeerd. Burge meester en wethouders zijn verplicht de raad in te lichten. Willen ze dat doen, akkoord. Burgemeester en wethouders hebben wat de verkoop van bouw terreinen betreft, vrijheid van handelen. Is deze vrijheid naar de mening van de raad te groot, dan moet die maar anders beslissen. Burgemeester en wethouders hebben gemeend in de bestaande situatie recht vaardig te hebben gehandeld, temeer omdat de mogelijkheid tot verkoop na overleg met Plaatselijk Belang op diens vergadering naar voren is gebracht. Natuurlijk zullen alle gegadigden niet op die vergadering zijn geweest, waardoor nu enkele uit de boot zijn gevallen. Maar dit probleem had zich in 1978 bij de loting ook voorgedaan. Spreker zegt dat burgemeester en wet houders blij zijn, dat tengevolge van hun beleid 11 Margasters4 oud-Mar- gasters en slechts 1 buiten de gemeente wonende, in het bezit van een kavel grond zijn gekomen. Maar een gestructureerde gemeente als Idaarderadeel dient heel goed te weten wat ze doet door de grenzen definitief te sluiten voor niet inwoners. Spreker gelooft niet, dat welk college dan ook die be leidsvisie zou hebben gehanteerd. Spreker zegt dat dit beleid in een aantal gemeenten wordt gevoerd. Maar wanneer een inwoner een briefje naar de burgemeester stuurt met een kranteknipsel met verzoek daarop te reageren, dan wil spreker dat graag voor de verantwoording van de burgemeester laten, hoe hij dit wil be handelen, maar dit kan niet aan het college worden vervreten. De heer van Essen zegt geen antwoord op zijn korte vraag te hebben gekregen. Hebben de mensen, die eerder om optie hadden gevraagd, nadien bericht gekregen dat ze ook konden kopen. Spreker twijfelt er aan, of dit wel gebeurd is. De voorzitter zegt dit te zullen nazien. Mocht dit niet het geval zijn, dan kan men twijfelen of het college hiertoe verplicht geweest is. De heer van Essen zegt, dat wethouder Terpstra indertijd meegedeeld heeft, dat alvorens tot verkoop wordt overgegaan, dit in de plaatselijke krant zou worden bekend gemaakt. Spreker heeft geen aankondiging gezien. Wethouder Terpstra gelooft wel, dat hij een dergelijke opmerking heeft gemaakt. In eerste instantie is gezegd dat geen optie kon worden verleend. Daarbij is ook tegen Plaatselijk Belang gezegd, dat de Havensbank de vinger aan de pols moest houden. In de volgende bespreking, waarin men al filoso ferende met het bestuur van Plaatselijk Belang tot de idee van direkt ver- kopen kwam, is gezegd, dat dit in de Havensbank na de 1 maart vergadering kon worden gepubliceerd. Spreker heeft die aankondiging nu juist gemist. Spreker betreurt het, dat de burgemeester zelf niet aanwezig is, omdat hij persoonlijk is aangevallen, ook in de Havensbank. Spreker voelt het per soonlijk als een misser van de Havensbank, dat die niet heeft gepubliceerd, wat op de vergadering van Plaatselijk Belang is besproken. Hij ziet de Havensbank altijd nog als een verlengstuk van Plaatselijk Belang. Dat dit niet gebeurt.is niet de schuld van burgemeester en wethouders. De heer van Essen zegt, dat het duidelijk de taak van de gemeente is om de bedoeling van raad of burgemeester en wethouders via een artikel in de Havensbank aan de bevolking kenbaar te maken. Het college van burgemeester en wethouders is in dit opzicht duidelijk te kort geschoten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1977 | | pagina 31