5Ë3E
GEMEENTE iDAARDERADEEL
GROUW
No. 3679.
14. Voorstel tot het verstrekken van een extra
krediet ten behoeve van de openbare basis
school ;,De Finne" te TJartena.
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 7 oktober 1977.
Van het hoofd van de openbare basisschool "De Finne" te Wartena is een ver
zoek ingekomen om beschikbaarstelling van een extra krediet voor het aanschaffen
van een nieuwe methode voor het aanvankelijk leesonderwijs, zulks in het kader
van de integratie kleuter- basisonderwijs. Volgens de overgelegde begroting
gaat het om de aankoop van de volgende methodes:
a. "Veilig leren lezen" f 260,87
b. "Stap voor stap" - 301,40
562,27
18% b.t.w. - 101,21
totaal 663,48
Naar aanleiding van deze aanvraag, delen wij u mee, dat in uw vergadering
van 17 augustus j.l. een nagenoeg identiek verzoek van het bestuur van de bij
zondere school voor gewoon lager onderwijs in TJartena aan de orde is geweest. Ten
aanzien van dat verzoek was de situatie deze, dat de bestaande methode versleten
was. Op grond van deze laatste omstandigheid had ingevolge artikel 75, 2e lid,
der Lager-onderwijswet 1920 de gevraagde medewerking moeten worden geweigerd, ware
het niet, dat aangetoond kon worden, dat de beoogde nieuwe methode niet alleen
uit boekenraateriaal bestond, maar evenzeer uit hulpmiddelen (pakketten)zonder
welke de boeken niet goed bruikbaar zijn. Deze hulpmiddelen zijn volgens de in-
spekteur van het lager onderwijs als een eerste aanschaf te beschouwen, ten aan
zien waarvan de normale eisen, aan het geven van lager onderwijs te stellen, niet
worden overschreden. Deze omstandigheid rechtvaardigde uw besluit de gevraagde
medewerkingvoorzover het de hulpmiddelen betrof,te verlenen,maar voor het overige
(boekenmateriaal) afwijzend op die aanvraag te beschikken. Een en ander impli
ceerde, dat het schoolbestuur aanspraak kon maken op een "extra" krediet van
640,18 (hulpmiddelen) en het gewenste boekenmateriaal ad 798,57 totaal uit
de exploitatievergoeding moest betalen.
Met betrekking tot de onderhavige aanvraag valt in dit opzicht een verschil
te constateren, namelijk in die zin, dat de methode, die aan "De Finne" wordt
gehanteerd, nog niet versleten is. Gerelateerd aan het desbetreffende verzoek van
het schoolbestuur betekent dit,dat"De Finne 'derhalve aanspraak zou kunnen maken
op een 'volledig" extra krediet. Een en ander vindt steun in het bepaalde in
artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920, dat met het oog op de financiële gelijk
stelling van het openbaar en bijzonder onderwijs van toepassing kan worden geacht.
Langs de weg van dit artikel kunnen namelijk de kosten van leer- en hulpmiddelen
worden vergoed bij noodzakelijke invoering van een nieuwe leermethode, voorzover
de ingebruik zijnde middelen nog niet zijn versleten. Is zulks wel het geval, dan
zal men, zoals hiervoor opgemerkt, bij aanschaffing van een vervangingsmateriaal
op "eigen"kosten de nieuwe methode moeten kiezen.
In dit verband dient echter ook op het wettelijk begrip de normale eisen,
aan het geven van lager onderwijs te stellen, mogen niet worden overschreden" te
worden gelet. Van overschrijding van de "normale eisen" is namelijk sprake als
medewerking zou worden verleend, voor de aanschaffing van een nieuwe methode, waar
van de invoering in het kader van de onderwijsvernieuwing wenselijk is, maar een
vervanging betekent van leer- en hulpmiddelen, die nog bruikbaar zijn. In deze
zin oordeelde de Kroon bij haar besluit van 29 maart 1974, no. 18. Hier was sprake
van een zogenaamd contrair besluit. De Raad van State meende, dat, nu aannemelijk
was gemaakt, dat de verlangde methode beter dan de in gebruik zijnde past in het