-7- De heer Zwart is het hiermee volledig eens. Mevrouw Spijkstra-Mijdam is voor de handhaving van f. 5,80. Wethouder 'Terpstra zegt,niet voor het voorstel van de heer van Essen te zijn. Een groot deel kan men terugspelen op de mensen met de smalle beurs en daarom is spreker tegen de extra verhoging. Wethouder Draisma merkt op, dat de 2e afdeling de begroting heeft be zien in het licht van de grote zaken,die op stapel staan. Van de eigen in woners wordt straks veel gevraagd en daarom acht spreker het verantwoord ook van de woonforensen extra offers te vragen. De heer van Belle meent, dat men de recreatie betaalbaar moet houden, De mensen komen hier om te recreëren. Zij betalen al een voorschot voor hetgeen zij nog moeten beleven. Het voorstel van de heer van Essen wordt hierna in stemming gebracht en met 8-5 stemmen (die van mevrouw Spijkstra-Nijdam en de heren van Belle, Knossen, wethouder Terpstra en de Wolf tegen) aangenomen. 16 Voorstel tot het vaststellen van een nieuwe verordening op de heffing van begraafrechten. Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voor stel besloten. 17. Voorstel tot wijziging van de verordening op de heffing van onroerendgoedbe- lastingen. De voorzitter merkt op, dat de 2e afdeling heeft voorgesteld het ta rief voor de gebruikers ingaande 1978 met f. 1,te verhogen en te stel len op f. 5,25 per f. 3.000,Burgemeester en wethouders hebben hiertegen geen bezwaar. De heer van Essen is blij met de opmerking van de voorzitter. Voor de grote plannen is veel geld nodig en het gat van f. 100.000,moet worden opgevuld. Verhoging met f. 1,betekent een extra inkomst van f. 34.000, Dit kan de goedkeuring van de plannen zwembad/sporthal bevorderen. De heer Meester zegt met deze verhoging vrede te hebben, wanneer de combinatie zwembad/sporthal er komt. Spreker heeft overigens wel gezien, dat verschillende gemeenten raar met deze belastingen zijn omgesprongen. De heer Knossen merkt op, dat deze verhoging niet alleen aan gedepu teerde staten moet worden verkocht, maar ook aan de inwoners. Spreker vraagt zich af, hoeveel ruimte er nög in deze belasting zit. Mevrouw Spijkstra-Nijdam zegt wat huiverig voor deze verhoging te zijn geweest. Maar gezien de plannen,die er liggen, kan zij er mee akkoord gaan. De heer de Boer heeft dezelfde mening. De heer de Wolf zegt wel met het voorstel van de heer van Essen mee te kunnen gaan. Spreker vindt de instelling van de onroerengoedbelastingen een goede zaak,omdat hiermee de financiële gevolgen van het beleid aan het licht komen. ïdaarderadeel zit trouwens met de tarieven in de lage middenmoot. Spreker zegt, dat de kostbare voorzieningen.die op stapel staan,hem steu nen voor dit voorstel te stemmen. Overigens is spreker geen voorstander van belastingverhogingen. Hij merkt op, dat het bij de stukken gevoegd over zicht niet alles zegt. Zo is in de gemeente Leeuwarden laag getaxeerd. In andere gemeenten ligt dit veel hoger. Daarom moet men zich niet ophangen aan de cijfers. De voorzitter zegt het met de laatste opmerking eens te zijn. De taxa ties spelen hier een grote rol. Daarom moet men aan de tarieven in andere gemeenten niet te veel waarde hechten. Wil men echter de plannen, die voor-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1977 | | pagina 21