Verslag van de werkvergadering over de bestemmings plannen in Idaarderadeel op 11 januari 1978. GEMEENTE IDAARDERADEEL GROUW Aanwezig: namens het stedebouwkundig bureau Ir. Oom en Heeling de heren Ir. Heeling en Ir.Brouwer, alsmede de raadsleden. Voorzitter de heer K.J. Vrij ling, burgemeester. De voorzitter opent de vergadering met een welkomstwoord en geeft een korte uiteenzetting over het doel van deze avond. Spreker zegt, dat het in de bedoeling ligt, dat Ir. Heeling de details van de ruimtelijke ordening zal schetsen, terwijl Ir. Brouwer, die de bestemmingsplannen van de ge meente behandelt, meer in deze plannen zal afdalen. Tevens zal het struktuur- plan Grouw ter sprake komen. Hieraan zitten heel wat problemen vast omdat Grouw planologisch gezien een moeilijk dorp is, een driehoek die omsloten wordt door het Prinses Margrietkanaal, de spoorlijn, Rechte Grouw en het Pikmeer. De heer Heeling is blij, dat hij iets over het stedebouwkundig bureau aan de raadsleden kan vertellen. Ongetwijfeld zullen de leden zich wel eens hebben afgevraagd, wat zo'n stedebouwkundig bureau nu eigenlijk doet. Spreker zegt dat het in eerste instantie nodig is te zeggen, uit welke houding geprobeerd wordt te werken. Het bureau Ir. Oom en Heeling is een particulier bureau, dat probeert aan vullend te werken. Grote steden hebben vaak een eigen afdeling ruimtelijke ordening. In kleine gemeenten kan dit met het oog op het inwonertal niet. Van daar adviesbureaus, die gemeenten, zonder een eigen dienst, op dit punt ad viseren en plannen maken. Natuurlijk houdt elke dienst van gemeentewerken zich ook bezig met de ruimte lijke ontwikkeling. Te denlcen valt daarbij aan bouw- en woningtoezicht, ci vieltechnische werken, alsmede de voorbereiding bij bestemmingsplannen. Naast deze zelfwerkzaamheden verrichten de stedebouwkundige bureaus aanvul lend werk, werk dat derhalve door de gemeenten wordt uitbesteed. Daarbij moet er een goede intensieve manier van samenwerking zijn, men moet weten, wat er leeft, wat de gedachtengang is, kortom,men moet goed op de dienst zijn ingespeeld. Bij de ruimtelijke ordening moet men twee hoofdcomponenten onderscheiden. In de eerste plaats het politieke beleid, waarbij maatschappelijke achter gronden een rol spelen, de beleidsmatige kant, in de tweede plaats het be leid, dat zich afvraagt, hoe moet dat nou en wat zullen dan de gevolgen hiervan zijn. Het bureau probeert vanuit de bureausituatie met technische kennis antwoord te geven op deze problemen. De technische kennis van het bureau bestaat uit stedebouwkundigen, juristen, landschapsarchitekten en planologen. Een planoloog analyseert de maatschappelijke processen en stelt de programmatische kant van de plannen aan de orde, de stedebouwkundige ver zorgt de vormgeving van het geheel, de jurist zorgt voor de administratieve regels, terwijl de landschapsarchitekt de groenaankleding en dat soort zaken voor zijn rekening neemt. Sommige bureaus hebben ook nog verkeersdeskundigen in dienst, civieltechnici en plan-ekonomen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1978 | | pagina 13