-2- Dit is de achtergrond van het pakket van kennis dat een stedebouwkundig bureau kan bieden en waaruit de gemeenten worden geadviseerd. Zoals reeds gezegd is de ene component, het beleid, de andere component is de vakmatische kennis. Daar is altijd een wisselwerking voor nodig. Het be leid reageert vanuit zijn maatschappelijke stelling,hetgeen noet gebeuren, waar op het accent moet komen te liggen. Als politicus moet je weten, of het kan en wat de consequenties hiervan zullen zijn. Informatie naar deze consequenties van een en ander behoort tot de taak van de adviesbureaus. Sen van de middelen in de ruimtelijke ordening om over de consequenties op grote schaal na te denken is het struktuurplan. Hier gaat het niet om de tails maar om de hoofdlijnen van de te nemen beslissingen.. Struktuurplannen betekenen eigenlijk in grote lijnen nadenken, wat de gevolgen van bepaalde maatregelen zullen zijn. Daarna komt het bestemmingsplan, een volstrekt ander soort plan. Een bestemmingsplan is namelijk een soort contract, het heeft ook kracht van wet. Het is een contract tussen de overheid en de burger. Het grijpt in, in de privé-bezittingen van mensen, in grond, in opstallen. De wet heeft die plan nen verplicht gesteld, maar een ieder zal het rechtvaardig vinden, dat regels gesteld worden, wanneer men ingrijpt in het privébelang van anderen. Vaak wordt er bij bestemmingsplannen teveel naar de tekening gekeken en te weinig naar de voorschriften. En toch zijn deze laatste erg belangrijk, omdat er in staat wat wel en niet mag, wat burgemeester en wethouders of de raad kunnen wijzigen en besluiten over nemen. De plankaart hoort daar natuurlijk essentieel bij, maar deze is een weerspiegeling van het ontwerp, een vorm van begrenzing. Het bestemmingsplan heeft ook niet de funktie van einddoel. Het is net als bij het voetbalspel; het zijn de speIregelsywaarnaar het spel moet worden gespeeld. Daarom moet men bij een bestemmingsplan heel nauw kijken naar de voorschriften, de spelregels, naar de bevoegdheid tot delegatie, kortom dit soort zaken maken de essentie van een bestemmingsplan uit. Momenteel ziet men vaak het verschijnsel, dat men probeert in onze samen leving problemen met ruimtelijke ordening op te lossen en dat is niet nodig. Ruimtelijke Ordening en zeker het bestemmingsplan is maar een beperkt terrein. Het is alleen een stel van spelregels, waar wel of niet gebouwd raag worden, waar je bepaalde functies wel of niet toelaat. Te vaak wordt er gedacht, dat bestemmingsplannen alles kunnen regelen; het is echter maar een beperkt in strument. Een van de dingen.waarmee de gemeente vaak geconfronteerd wordt is toe- passing van artikel 19. Dit is een escape in de wet, waarbij de dingen, die men niet heeft voorzien, waarmee men haast heeft, kunnen worden geregeld. Dat heeft er toe geleid, dat bestuurders, die niet vooruit willen denken, vaak het mid del van artikel 19 hanteren om een plotselinge inval te kunnen realiseren. Dit verschijnsel nu roept tegenkrachten op en de provincies nemen dit niet langer, omdat dan het overlag met de bevolking, dus de rechtszekerheid daarvan, ont breekt Gelukkig is in deze gemeente over het structuurplan nagedacht en in het be stemmingsplan van Grouw zijn al veel beslissingen verwerkt, die in het struc tuurplan zijn opgenomen. Spreker komt dan bij de kleine dorpen, waarbij veel problemen rijzen. Vooral in het noorden van de provincie staan veel kleine dorpen op de tocht. Als men rationeel beslist, dan zegt men: ja, dat is begrijpelijk, de werkgelegenheid neemt af, waardoor voor veel mensen in dat gebied geen toekomst meeris. Ze gaan

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1978 | | pagina 15