jaarrekening, als bedoeld in drtikel 19, lid 2 en 3 van de wet; e. de instemming ten aanzien van de vraag, of een openbare bibliotheek de functie van regionale steunbibliotheek moet vervullen, als bedoeld in artikel 25, lid 1, van de wet; f. het doen van een voorstel aan de minister of het gehoord worden, als be doeld in artikel 28, 29 en 30 van de wet; g. het gehoord worden, als bedoeld in artikel 41, lid 1, van de wet; h. het vaststellen van verordeningen ter aanvulling van het bij of krach tens de wet gestelde, welke de gemeenschappelijke raad in het belang van het openbare bibliotheekwerk nodig oordeelt; i. het vaststellen van algemene regels, welke ter aanvulling van het bij of krachtens de wet gestelde, nadere voorwaarden geven voor de bekostiging van de instelling en/of de wijze van bekostiging van de instelling door de gemeenschappelijke raad nader te bepalen. 3. Ten aanzien van de in lid 2 van dit artikel genoemde onderwerpen neemt het algemeen bestuur geen besluit dan nadat de raden van elk der deelnemen de gemeenten in de gelegenheid zijn gesteld, hun mening ter zake kenbaar te maken 3evoegdheden voorzitter. Artikel_17. 1De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het alge meen bestuur en van het dagelijks bestuur. 2. Hij tekent alle stukken, die van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur uitgaan. 3. Hij vertegenwoordigt het rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam in en buiten rechte. Bevoegdheden secretaris. Artikel_18. 1. De secretaris staat het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter bij in de uitvoering van hun taak. 2. Hij tekent mede alle stukken, die van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur uitgaan. Begroting, rekening, verslag. Artikel 19^ 1. Het dagelijks bestuur maakt elk jaar een begroting op van de inkomsten en uitgaven van de gemeenschappelijke raad voor het volgend jaar, vergezeld van een memorie van toelichting. 2. Hen exemplaar van deze begroting en toelichting zendt het dagelijks be stuur aan de raden van elk der deelnemende gemeenten vóór 1 september van het jaar voorafgaand aan dat, waarvoor de begroting moet dienen. 3. De raden van elk der deelnemende gemeenten kunnen bezwaren tegen de be groting indienen bij het algemeen bestuur binnen zes weken na de toezending. 4. Het algemeen bestuur onderzoekt de begroting en de ingekomen bezwaren, stelt de begroting vast en zendt haar ter goedkeuring, ten minste twee maan den vóór het jaar, waarvoor zij moet dienen, aan gedeputeerde staten toe.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1978 | | pagina 117