Artikel 3.
Aan de vrijwilligerbeneden de rang van plaatsvervangend commandant wordt,
voor het verrichten van wacht-, consignatie- en bewakingsdiensten, een ver
goeding toegekend van f. 60,22 per weekend.
Artikel 4.
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen aan de vrijwil
liger een vergoeding voor derving van loon of inkomsten toekennen wegens
het verrichten van de in artikel 2, le lid en 2e lid, bedoelde brandweer
dienst.
Artikel 5.
In de vaste vergoeding, als bedoeld in artikel 1, 2e lid, wordt geacht per
jaar te zijn opgenomen wegens onkostenvergoeding en kledingtoelage een
bedrag van f. 234,
Artikel 6.
De vrijwilligers, in de rang van brandmeester en chauffeur-monteur, die op
1 januari 1976 in functie waren, genieten deswege in afwijking van het be
paalde in artikel 1, 2e lid, een vaste vergoeding van respektievelijk
f. 621,en f. 516,per jaar.
Artikel 7.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Vergoedingsregeling' vrijwilligers
bij de gemeentelijke brandweer" en wordt geacht in werking te zijn getreden
op 1 januari 197S, met gelijktijdige intrekking van de vergoedingsregeling,
vastoesteld bij raadsbesluit van 20 september 1977, no. 10.
Grouw, 2 maart 1978.
De raad voornoemd,
voorzitter.
sekretaris.