Aan burgemeester en wethouders Grouw2 mei 1978. De eerste afdeling van de raad heeft in haar heden gehouden vergadering de concept-nota betreffende de woningbouw in de kleine kernen behandeld. De afdeling gaat er unaniem mee akkoord, dat het in het voorstel geformuleerde beleid wordt vastgelegd in bestemmingsplannen, waarin wordt aangegeven, welke gronden door middel van een wijziging ex artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening een woonbestemming kunnen krijgen. Ten aanzien van het dorp Idaard is de afdeling van mening, dat, in verband met te verwachten moeilijkheden inzake de bedrijfsvoering van de naastgelegen veehouders- bedrijven, de op de tekening aangegeven gebieden tussen de boerderij van Sjde Boer en de woning van de heer L. Kleefstra, plaatselijk gemerkt respectievelijk Friesmawei 1 en 3, alsmede het terrein, gelegen tussen de boerderij van O. de Jong, gemerkt Buorren 17 en de woning bewoond, door G. Terpstra, plaatselijk bekend Buorren 19, niet geschikt zijn voor bebouwing Wat het terrein gelegen russen de N.K.-kerk en de woning van de heer O. van der Leij betreft, geeft de afdeling in overweging, met het oog op het zicht vanaf de Hoflanswei, de plaats van de voorgevelrooilijn van de te bouwen woning, nader te be zien. Met de aanwijzing van een terrein aan de Beslingawei te Friensgelegen tussen de woning van P. Hijlkema en het transformatorhuisje bij het speelterrein, bestemd voor de bouw van een 4-tal woningen, kan de afdeling akkoord gaan. De afdeling conformeert zich aan het standpunt in het voorstel, dat vooralsnog geen planologische maatregelen moeten worden genomen in de dorpen Aegum en VJarstiens aangezien de behoefte aan nieuwbouw in deze beide dorpen niet is gebleken. Voor het overige kan de afdeling zich met de samenvatting in het slot van het voorstel verenigen. De rapporteur (w.g.) Ir. F. de Wolf.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1978 | | pagina 53