De voorzitter antwoordt, dat dit in de vergadering van 8 augustus of
5 september zal zijn.
Bladzijde 4. De heer de Wolf zou het woord "gemeentebestuur" in regel
30 graag gewijzigd zien in "bestuur van IDA". Aldus wordt besloten.
Hierna worden de notulen vastgesteld.
2. Mededelingen
Punt a. De heer de wolf zegt, dat het duidelijk is, dat door de onwaar
schijnlijk hoge kosten het moeilijk wordt deze plannetjes via het bureau
uit te voerenSpreker kan zich dan ook wel vinden in de suggestie om het
op deze manier niet te doen. Wel verbaast het voorstel van burgemeester
en wethouders hem, om de zaak te laten zoals ze is. Spreker zegt, dat de
raad onlangs geld heeft gevoteerd voor het aantrekken van een extra kracht
in verband met een reorganisatie in het ambtelijk apparaat, zodat men meer
jaandacht aan de ruimtelijke ordening kan besteden. In de vergadering van
f 18 april j.l. is unaniem besloten 6 plannetjes in het bestemmingsplan op
te nemen en wel om reden, dat het gezag van de raad en de rechtszekerheid
van de burger ter discussie stond. Deskundigen noemen deze kleine wijzigingen
postzegelplannetjes. Dergelijke kleine plannetjes kunnen de ambtenaren dan
zelf wel uitvoeren. Eventueel is de P.P.D. bereid daarbij te helpen. Er is
hem verzekerd, dat het volkomen correct is, wanneer de raad staat op uit
voering van de besluiten. Daarom zou spreker willen voorstellen, dat de ge
meente deze plannetjes door de eigen dienst laat uitvoeren.
Ook de heer Schermer is van mening, dat een bedrag van f.72.000,voor
dergelijke plannetjes aan de hoge kant is en in zoverre kan spreker met het
voorstel meegaan. De suggestie van de heer de Wolf werpt een nieuw licht op
de zaak. Spreker kan hier wel achter staan. Wanneer de gemeente deze plan
nen door eigen mensen kan uitvoeren, dein moet dit niet worden nagelaten.
Dergelijke kleine plannen moeten niet in de mist verdwijnen. Spreker zegt
het voorstel van de heer de Wolf te onder-steunen.
De voorzitter antwoordt, dat het er om gaat, vanuit welke invalshoek
men de zaak benadert. Spreker zegt, dat de heer de Wolf in zijn denken recht
lijnig is. Natuurlijk moeten raadsbesluiten worden uitgevoerd. De vraag is
alleen wanneer en op welke x^ijze. Men kan het meteen doen, maar dan blijft
de vraag of men niet beter deze principe-besluiten kan verzamelen en te
zijner tijd bij een wijziging van het bestemmingsplan verwerken.
De meeste gemeenten handelen zo, omdat het een heel stuk in de tijd en kosten
scheelt. Spreker zegt, dat zijn adviseurs over dit soort zaken hun hoofd
schudden. Het commentaar dat hij van een groep van deskundigen op een des
betreffende vraag kreeg, was niet bepaald vriendelijk. Deze besluiten be
waart men, tot de eerstvolgende wijziging van het bestemmingsplan, was het
antwoord dat spreker kreeg.
Spreker zegt, dat de heer de Wolf roet zijn opmerking over aantasting van
het gezag van de raad en de rechtszekerheid van de burgers zware woorden
heeft gebruikt. Eerder vaststellen van de plannetjes heeft geen zin, omdat
vooruitlopende op een bestemmingsplan de ingediende bouwaanvragen via
artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en met toepassing van ar
tikel 50, 8e lid van de Woningwet, kunnen worden gehonoreerd. Het gezag
van de raad komt op het moment, dat een voorbereidingsbesluit moet worden
genomen. Strikt formeel juridisch geredeneerd is het plan daarmee reeds
in het bestemmingsplan opgenomen. Waarom moet men nu kosten maken en er
veel tijd aan spanderen, terwijl er in feite niets verandert. Spreker zegt,
dat de heer de Wolf wel vaker met zijn adviseurs schermt. Het hangt er
overigens helemaal van af hoe men deze benadert.