Tot lid van het algemeen bestuur van dit schap wordt benoemd wethouder T. Terpstra en tot plaatsvervangend lid wethouder G. van Essen, beiden met algemene stemmen Benoem:incJ van leden en plaatsvervangende leden in het algemeen bestuur van het Recreatieschap "De Lege Midden" De voorzitter deelt mee, dat wethouder Terpstra namens burgemeester en wethouders in het algemeen bestuur is benoemd. De heer Bouma stelt de heren Schermer en De Wolf kandidaat voor het alge meen bestuur, met als plaatsvervangers de heren Zwart en Van der Goot. De heer Draisma stelt als kandidaten de heren Schermer en Van der Goot met als plaatsvervangers de heren Knossen en De Wolf. De heer Van der Wagen wil de heer Knossen kandidaat stellen voor het plaats vervangend lidmaatschap. De heer Draisma zegt dat hij 4 jaar de problematiek van de waterrecreatie van nabij heeft meegemaakt. Op dit stuk van zaken is het college altijd vrij eenstemmig gebleken. Spreker zegt, dat het duidelijk is, dat de raad in deze problematiek erg geinteresseerd is. Vaak heeft dit punt felle discussies uit gelokt tussen college en raad o.a. over de houding van de vertegenwoordiger in het dagelijks bestuur van het recreatieschap "De Lege Midden", maar ook over de houding van de beide vertegenwoordigers van de gemeente in het schap, al met al een situatie, die tot een stukje bezinning noopt. Spreker zegt, dat de raad in 1976 heeft besloten met twee buurgemeenten een recreatieschap op te richten. Dit hield in, dat men in alle opzichten niet voor 100% zijn eigen wil gestalte kan geven en vaak een compromis moest sluiten. De burgemeester is vanaf het begin in deze problematiek gedoken. Spreker meent, dat de grote kennis van de burgemeester op dit terrein toen wel de reden is geweest dat hij namens de ge meente in het schap zitting heeft genomen, ook al beweert hij nu uit bescheiden heid dat dit stom toeval geweest is. Spreker zegt dat de burgemeester de moed had een aantal zaken, die duidelijk tot de competentie van burgemeester en wet houders behoorden "hard" te houden en om wille hiervan nu voor wethouder Terpstra het veld moet ruimen. Spreker zegt dat de burgemeester in het schap de meest deskundige inbreng heeft. Daarom is het geen versterking van het dage lijks bestuur van het schap dat nu \vethouder Terpstra naar voren wordt geschoven. Maar als raad moet men dat accepteren. Spreker meent dat een en ander het gevolg is geweest van overleg dat tussen P.v.d.A. en V.V.D. heeft plaats gehad. Spreker zegt deze gang van zaken te betreuren. Wat de beide door de heer Bouma gekan dideerde leden, de heer Schermer en De Wolf betreft, zegt spreker, dat zijn fraktie tegen de kandidatuur van de heer Schermer geen overwegend bezwaar heeft. Wel tegen de kandidaatstelling van de heer De Wolf. Spreker zegt, dat er poli tiek gezien door de V.V.D. een te grote claim wordt gelegd op dit toch zo be langrijke portefeuille-onderdeel. Spreker zou gaarne nadere informatie willen hebben over de politieke verhoudingen in het algemeen bestuur van het schap. Spreker vraagt zich af of een ander raadslid, die op dit terrein ervaring heeft opgedaan geen goede kandidaat voor de heer De Wolf zou zijn. Nu krijft de V.V.D. te grote invloed. Daarbij komt nog dat de heer De Wolf in de afgelopen jaren ge toond heeft een slechte verliezer te zijn, een doordrammer, die steeds terug kwam op punten, die reeds in burgemeester en wethouders, raad of recreatie schap aan de orde waren geweest. Spreker weet dat hij met deze uitspraak de voorzitter aan zijn zijde heeft, ook al zal deze dit nu niet toegeven. Door zijn handelwijze heeft de heer De Wolf ook zijn collega V.V.D.-lid, de wethouder, als het ware voor Joker gezet. Wethouder Terpstra heeft in deze problematiek altijd collegiaal meegewerkt in burgemeester en wethouders. Spreker zegt, dat zijn fraktie

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1978 | | pagina 11