No. 6.
De raad der gemeente Idaaröaradeel;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 decem
ber j.l., no. 4089;
gelet cp de artikelen 272, letter a, en 273 van de gemeentewet,
alsmede op het Besluit gemeentelijke onroerend-goedbelastingen;
besluit:
vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENINGop de heffing van onroerend
goedbelastingen
Voorwerp van de belastingen; belastbaar fait; belastingplicht
Artikel 1.
Terzake van binnen do gemeente gelegen onroerend goed worden ender de
naam onroerend-goedbelasting" jaarlijks geheven:
a. een direkte belasting van degene die -naar de omstandigheden beoor
deeld- bij het begin van het belastingjaar een onroerend goed al
dan niet krachtens een zakelijk of persoonlijk recht feitelijk ge
bruikt
b. een direkte belasting van degenedie bij het begin van het belas
tingjaar van een onroerend goed het genot heeft krachtens zakelijk
recht.
Grondslag van de be la,1 vtir.gen
De grondslag,waarnaar da in artikel. 1 bedeelde belastingen worden gehe
ven, is de waarde welke aau het onroerend goed in het economische ver
keer kan worden toemetend.
Begr lpsoir.5 chri jvingsn
Artxice 1 3
Deze verordening verstaat onder:
1. een onroerend goed dan wel het onroerende goed:
a. een gebouwd eigendom met zijn gebouwde aanhorigheden -daaronder be
grepen do ondergrond van die eigendom en die aanhorigheden- met zijn
ongebouwde aanhorigheden
rol