-32- 06 voorzitter antwoordt, dat de heer Draisma aan zijn voorstel verder gaande conclusies bindt. Bij het voorstel van burgemeester en wethouders verandert het financiële beeld niet. De heer Draisma vindt het bijzonder jammer, dat de voorzitter op deze wijze dit punt meent te moeten afdoen. De heer Knossen merkt op, dat de voorzitter in principe gelijk heeft. De kliko en de vrachtwagen zijn echter wel in de afdelingsvergaderingen ter sprake gebracht. Deze hebben hier financiële consequenties. Hier kan de raad niet om heen. Ook de onroerendgoed-belasting in 't algemeen dient in de discussie te worden betrokken. Na nog enige discussie tussen de voorzitter en de heer Draisma, welke laatste een uitspraak van de raad wil, zegt de heer de Wolf, dat de voor zitter in principe gelijk heeft op een paar puntjes na. De heer Draisma heeft gelijk als hij zegt, dat de vrachtwagen reeds in de le afdeling is aangesneden, alsmede het punt museum. Dit blijkt wel uit de vragen. Spreker meent, dat over die punten straks kan worden gesproken, ook de onroerendgoed belasting in 't algemeen kan ter sprake komen, maar dan alleen aan de hand van de gestelde vragen en de beantwoording van burgemeester en wethouders daarop. Spreker zegt, dat de 51.000,— een keihard gegeven is, dat in de besprekingen kan worden meegenomen. De voorzitter stelt vervolgens aan de orde het voorstel van burgemeester en wethouders om de onroerendgoed-belasting te verlagen van 6,75 tot 6,25. De heer de Wolf zegt, dat in de le afdeling is gesproken over verlaging van de onroerendgoed-belasting met de inmiddels bekend geworden inkomsten. Spreker zegt, dat uit het antwoord van burgemeester en wethouders op blz. 4 van de memorie van antwoord blijkt, dat op onvoorzien in totaal 88.128, staat. Daarom wil spreker in discussie geven de onroerendgoed- belasting in plaats van met 1,— met 0,50 te verhogen. Er resteert dan 16.000,— 26.000,— verplichte reserve 42.000,— op onvoorzien. De heer Zwart zegt, dat het idee van de heer de Wolf hem benauwt. Ook xn zijn fractie is breedvoerig over een verhoging van 0,50 gesproken, maar gezien de vele plannen die er liggen (muziekonderwijsbrug Rechte Grouw, enzovoort) is het verstandig wat meer ruimte te scheppen. Daarom conformeert zijn fractie zich aan het voorstel van burgemeester en wethouders om het bedrag op 6,25 te stellen. De heer Draisma merkt op, dat de ervaring is, dat er een verschuiving Komt van de bedrijfsgebouwen naar de gebruikers van woningen. Spreker zegt, dat de onroerendgoedbelasting een bepaald maximum aangeeft. Maar dat plafond zal bij deze verhogingen veel te snel worden bereikt. Omdat de taxaties van de bedrijfsgebouwen bij herwaardering minder snel zullen stijgen dan die van de woningen., komt de gemeente naar de inwoners toe met problemen te zitten, wanneer nu de gebruikers te fors aangepakt worden, zal men straks in versterkte mate bij de eigenaren en gebruikers terecht komen, v/anneer men het huidige niveau wil handhaven en men van de bedrijven in evenredigheid niet voldoende belasting kan heffen. Spreker zegt, dat de burgemeester in zijn betoog heeft opgemerkt, dat elk kwartje belangrijk is. Nu 51 000 extra beschikbaar komt dient men 0,50 als maximum verhoging te zien. Anders ontstaan er straks bij hertaxatie problemen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1978 | | pagina 69