-35-
4. Bespreking over onderwijsaangelegenheden.
De heer Knossen zegt met het antwoord van burgemeester en
wethouders wel akkoord te kunnen gaan. Het gaat spreker meer om
informatie en niet direct om plannen.
Akkoord.
5. Muziekonderwijs.
De heer Knossen merkt op, dat de heer Bouma in zijn algemene
beschouwingen heeft gezegd, dat de houding ten aanzien van het muziek
onderwijs wel wat schril afsteekt bij de houding van het college ten opzichte
van het overige onderwijs. Spreker is het daarmee niet eens. Spreker
meent, dat de Commissie Bevordering Muziekonderwijs, bij welke college dan
ook, niet te klagen heeft gehad over medewerking.
De heer Bouma zegt, dat het niet om de houding van het college over
de afgelopen jaren gaat. Spreker heeft zich alleen gerefereerd aan de
aanbiedingsbrief, waarin cijfers worden genoemd en een bedrag van
100.000, De redactie wekt de indruk als zou dit bedrag voor een klein
groepje besteed worden. Zo komt het over, ook al is dit niet de bedoeling
van het college. In die zin heeft spreker het recht willen zetten.
Mevrouw Faber zegt^ dat het aantal leerlingen voor Warga met 16 moet
worden uitgebreid.
Wethouder van Essen is blij met de woorden van de heer Knossen. Uit
de afdelingen is geen voorstel gekomen om een bepaald bedrag beschikbaar
te stellen.
De heer Bouma zegt, dat dit hoegenaamd niet klopt. Niet het geld is
het negatieve of positieve. Dat geld is er niet. Het gaat om de intentie
ten opzichte van het muziekonderwijs. De Leeuwarder Muziekschool verleent
nu medewerking tegen een geringe vergoeding. Inderdaad is de afdeling niet
met een financieel voorstel gekomen, ook al zat dat wel in het achterhoofd.
Wethouder van Essen antwoordt, dat de intentie ook bij het college aan
wezig is.
Akkoord
6. Museum.
Mevrouw Dekker stelt voor het museum jaarlijks een bijdraoe van
1.500, te geven ten behoeve van het aankoopbeleid.
Wethouder van Essen meent, dat het antwoord van burgemeester en
wethouders duidelijk is. Hier is geen geld voor. Het museum zit al met het
probleemkat het te klein behuisd is.
De voorzitter vraagt zich ook af, wat men met een reservefonds moet,
wanneer men met ruimtegebrek kampt.
De heer Knossen vindt het voorstel van ID '78 op zich sympathiek nu
spreker zelf bestuurslid is geworden. Spreker vraagt zich af, wat wel of
met zinvol is. Wat zijn de mogelijkheden van de Stichting. Kan hierover
niet eens met burgemeester en wethouders worden gesproken.
De heer Draisma merkt op, dat het vorige college indertijd een gesprek
met het bestuur heeft gehad. Daar is toen we1 de mogelijkheid besproken om
tot een eigen budget te komen voor een aankoopbeleid. Een bedraa van 1.500,
is niet veel, maar moet als een eerste aanzet worden beschouwd.