-40-
In 1975 is met 2 buurgemeenten een recreatieschap gevormd. Nu ligt er
bij de stukken een brief van het college, waaruit blijkt dat gedeputeerde
staten met grote verbazing kennis hebben genomen van het veranderde
standpunt van het college. Argument voor deze gewijzigde houding zou de
veranderde samenstelling van het college zijn. Gedeputeerde staten hebben
daarop het college voor een onderhoud uitgenodigd. Spreker zegt, dat het
antwoord op deze manier wel erg mager is. Hij vraagt,hoe dit gesprek ten
provinciehuize is verlopen.
Wethouder Terpstra antwoordt, dat de heer Draisma in een vorige
bijeenkomst gezegd heeft dat Terpstra zich steeds loyaal heeft gedragen.
Spreker zegt het bestuurlijk onjuist te vinden, wanneer in een brief van
burgemeester en wethouders aan gedeputeerde staten wordt gesproken over
meerderheids- en minderheidsstandpunten.
Uit dat oogpunt is spreker steeds loyaal geweest. Hij wist, hoe beide
andere leden hierover dachten, maar spreker heeft zich uit democratisch
standpunt hierbij neergelegd. Het standpunt van het nieuwe college is
in een brief uiteengezet aan gedeputeerde staten. Ook in het dagelijks
bestuur van De Lege Midden is dit standpunt besproken.
Dit bestuur heeft gezegd bereid te zijn bij gedeputeerde staten dit
standpunt te verdedigen. Als gedeputeerde staten het standpunt." van
het niéuwe college naast zich neerleggen, dan zal het dagelijks bestuur
aan het algemeen bestuur voorstellen met het college mee te gaan.
Spreker zegt, dat van een bezemeffect dan ook geen sprake is, integendeel.
Spreker heeft geprobeerd te zeggen wat wel en niet bestuurlijk juist was.
Bestuurlijk onjuist is het om van het standpunt van de raad af te wijken.
Het vorige college heeft dit standpunt niet overgenomen. Spreker zegt, dat
gisteren een brief van gedeputeerde staten is ontvangen. Er wordt reeds
aan een antwoord hierop gewerkt. Door gebrek aan tijd is dit concept
nog niet in de vergadering van burgemeester en wethouders behandeld.
De heer van Gorkum zegt, dat afgesproken is deze materie 3 januari
in de 3e afdeling te behandelen. Spreker begrijpt daarom niet, dat de
heer Draisma dit zo uitgebreid aan de orde stelt.
De voorzitter zegt, dat de heer Draisma hiertoe het volste recht heeft.
4. Contrólekosten Landschapsverordening Friesland 1975.
De heer Schermer merkt op, dat in de begroting ruimte is gehouden voor
deze uitgaaf. Spreker zegt het met de 3e afdeling eens te zijn, dat de kosten
van controle een provinciale zaak is, zoals ook in de raad is besloten.
Hij is bang,dat de gemeente straks de slag verlies.
5. Onderzoek baarmoederhalskanker.
Mevrouw Faber zit een beetje met dit antwoord. Zij vindt het niet ver
lenen van een bijdrage niet terecht. Spreekster had verwacht, dat er
vrouwen thuis zouden zijn gebleven, maar zij moet toegeven, dat het
resultaat haar is meegevallen. Het is niet zo, dat er in 't-geheel geen
bezwaar tegen de bijdrage van 25,is geweest. Klachten bereiken meestal
het gemeentehuis niet. Uit de reacties in de afdelingsvergadering is spreekster
wel gebleken, dat haar voorstel om een bijdrage van 10,te verlenen het
niet zal halen. Spreekster hoopt wel de toezegging te krijgen, dat personen
in bijzondere gevallen een beroep op de gemeente mogen doen, hetgeen
wethouder Terpstra toezegt.