-12-
De heer van Gorkum zegt. te willen voorkomen, dat er één groot blok
van 5m hoogte komt. Daarom de suggestie van spreker om bij een gebouw van
1000 m2 de hoogte op 3^ te brengen. Bij een grotere oppervlakte zijn 2
gebouwen met bijvoorbeeld 4m tussenruimte wenselijk.
De voorzitter zegt, dat men de bedrijven niet kan voorschrijven
2 gebouwen te stichten. Met 3^m hoogte kan men weinig beginnen. Dan kan de
bedoeling van het bestemmingsplan niet worden uitgevoerd.
De heer van Gorkum is van mening, dat een hal van 20COm2 in dit plan niet
thuishoort.
De heer Draisma zegt, dat het voorstel van de heer van Gorkum vrij in
grijpend voor de procedure is, hoewel spreker er wel begrip voor heeft. Maar
een beperking tot 3^ hoogte geeft moeilijkheden. Spreker zegt, dat de
materiaalkeuze minstens zo belangrijk is als de groengordel.
De heer de Wolf neemt aan, dat ook de Schoonheidscommissie over een bouw
plan moet adviseren. Hiermee kunnen de ideëen van de heer van Gorkum vermoedelijk
gecorrigeerd worden en aan diens wensen kan worden tegemoetgekomen. Spreker voelt
er niet zo veel voor de suggesties van de heer van Gorkum in het bestemmingsplan
vast te leggen.
De heer van Gorkum merkt tenslotte nog op, dat hij het met de visie van
het college ten aanzien van de ingediende bezwaarschriften eens is. Spreker
egt, dat in de bestemmingsbepalingen niet over een oppervlakte wordt gerept.
Het is nu niet bekend, welke eisen de bouwers gaan stellen. Spreker beklemtoont
nogmaals, dat in dit kleinschalig project geen grootschalige bouwwerken mogen
komen. Wanneer dit vastgelegd xvordt heeft men het in de hand.
Op voorstel van de heer Zwart wordt hierna de vergadering, voor nader
overleg in de fractie van de P.v.d.A.geschorst.
Na heropening zegt de heer van Gorkum, dat hij bereid is geen voorstel
in de dienen als het college hem kan toezeggen, dat de bouwplannen van de
industrieën beoordeeld zullen worden in de geest van wat hij aanvankelijk naar
voren heeft gebracht.
De heer de Wolf is het hiermee eens. Bij de welstandseisen wordt met de
kleinschaligheid wel rekening gehouden.
De voorzitter zegt, dat het college hierin wel kan meegaan. Burgemeester
en wethouders zullen zeker geen grote kast accepteren.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dan conform het voorstel besloten.
13. Comptabiliteit.
Mevrouw Dekker vraagt of de toelichting die nu ter inzage ligt, niet bij
de stukken kan worden gevoegd.
De voorzitter antwoordt, dat dit niet de gewoonte is. Vaak heeft de
toelichting betrekking op stukken die de raad ter tafel krijgt.
De heer Draisma merkt op, dat afgesproken is, de omschrijving zodanig
af te ronden dat het geen financiële consequenties zou hebben voor de be
groting 1979. Nu wordt dit weer uit de algemene middelen betaald en wordt op
het voorschot 1979 13.000,— opgesoupeerd.