4. Voorstel tot instelling van een commissie
van advies en bijstand aan burgemeester en
wethouders
GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
No. 261
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 9 februari 1979.
Zoals u bekend is, hebt u indertijd een "raadsadviescommissie
recreatieverordening waterland" ingesteld met als opdracht u te adviseren
over de vrijze waarop, in aansluiting op en ter aanvulling van de Landschaps
verordening Friesland 1975, de bescherming van het karakter van het water
land, de bevordering van de kwaliteit van de openluchtrecreatie en van de
goede verhouding tussen de belangen van die openluchtrecreatie en het land
bouwbedrijf in het waterland zouden kunnen worden geregeld.
De instelling van deze commissie ad hoe steunde op artikel 64 van het
reglement van orde voor de raadsvergadering en kwam buiten ons college om
tot stand.
Gelet op de ontwikkelingen, die zich in het jongste verleden hebben vol
trokken, menen wij, dat er, ter vervanging van bovenbedoelde commissie, be
hoefte bestaat aan een vaste commissie van advies en bijstand aan ons college,
als bedoeld in artikel 62, 2e lid, der gemeentewet.
Deze commissie zou naar ons oordeel tot taak moeten hebben, hetzij op
ons verzoek, hetzij eigener beweging, ons van advies te dienen en bijstand
te verlenen omtrent het behartigen van de belangen van de openluchtrecreatie,
waaronder te rekenen:
a. de bescherming van het karakter van het landschap;
b. de bevordering van de kwaliteit van de openluchtrecreatie;
c. de bevordering van de goede verhouding tussen de belangen van de landbouw,
de openluchtrecreatie en de natuurbescherming;
d. de toepassing van de Landschapsverordening Friesland 1975, de gemeen
schappelijke regeling "De Lege Midden" en de gemeentelijke kampeerver-
ordening
Wij stellen ons voor de commissie te laten adviseren omtrent:
1. de aanwijzing van wateren ex artikel 6 van de Landschapsverordening
Friesland 1975, voor zover betreft:
a. het regulerend optreden ten aanzien van kleine vaartuigen;
b. de instelling van een algeheel ligplaatsverbod;
c. de delegatie van bevoegdheden door gedeputeerde staten aan ons college;
2. de inrichting van jachthavens en ligplaatsen voor concentratie van vaar
tuigen
3. de bouw en verbouw van zomerhuisjes in het natuurgebied, voor zover betreft
het welstandsaspect.
4. de aanleg van steigers en walbeschoeiïngen;
5. de plaatsing van caravans in het natuurgebied;
6. ontgrondingen en ingravingen van de oevers;
7. kampeer- exploitatievergunningen.
Over het functioneren van de commissie in dgbraktijk zullen te zijner
tijd door ons in overleg met de commissie de nodige regels kunnen worden op
gesteld.
Wat de samenstelling van een commissie, als bovenbedoeld, betreft, kan onzes
inziens worden volstaan met een commissie van 7 leden, te weten:
a. het lid van ons college, dat de portefeuille van recreatie beheert;
b. 2 leden, door de raad aangewezen uit zijn midden;
c. 1 lid, aangewezen door de watersportorganisatiesin de gemeente;
