GEMEENTE 1DAARDERADEEL
GROUW
No. 391.
Advies inzake het AR03-be zwaar schrift van
H. Bouna en anderen tegen het raadsbesluit
tot verhuur van een perceel water van de
Rechte Grouw aan Fa. A.E. Wester en Sn.
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 9 februari 1979.
Middels een on 10 november 1978 incjekomen brief hebben H. en O. Bouma,
E. Veldhuis en A. Wijbenga een bezwaarschrift ingevolce de Wet AROB ingediend
tegen uw besluit van 17 oktober 1978 nummer 10, tot verhuur van een perceel
water van de Rechte Grouw aan Fa. A.E. Wester en Zn.
Ingevolrre het bepaalde in de Verordening behandeling bezwaarschriften,
is het onderhavige bezwaarschrift om advies in onze handen gesteld.
De betreffende stukken zijn ter visie celecrd. Appellanten zijn in de
gelegenheid gesteld, op een op 25 januari 1979 gehouden openbare zitting
hun bezwaren mondeling toe te lichten. Zij hebben van deze gelegenheid gebruik
gemaakt. Het van deze zitting opgemaakte proces-verbaal gaat hierbij.
Op grond van het bepaalde in artikel 7 van de Wet AROB kan een bezwaar
schrift worden ingediend,of beroep worden ingesteld, tegen een beschikking als
omschreven in artikel 2, le lid van die wet. Dit lid bepaalt, dat onder een
beschikkincr wordt verstaan, het schriftelijk besluit van een administratief
orgaan, gericht op enig rechtsaevolg. Ingevolge het tweede lid van dit
artikel is geen beschikking in de zin van de Wet-AROB: een besluit van al
gemene strekkincT en een rechtshandeling naar burgerlijk recht.
Het door apoellanten bestreden besluit betreft uitsluitend een
rechtshandelincr naar burgerlijk recht, te weten het aangaan van een burger
rechtelijke overeenkomst van huur en verhuur. Daarom is dit besluit naar onze
mening niet aan te merken als een beschikking in de zin van de Wet AROB.
Als AR03-kommissie kunnen wij niet anders dan u te adviseren het ingediende
bezwaarschrift niet ontvankelijk te verklaren.
Dit advies heeft voor ons tot aevolg, dat wij geen aandacht schenken
aan de naar voren gebrachte bezwaren. Bovendien betreft het een raadsbesluit,
waarvan het effekt op 31 december 1973 eindigde.
Gelet op het voorgaande, stellen vrij u voor, het onderhavige bezwaar
schrift niet ontvankelijk te verklaren, overeenkomstig het voor u bij de
raadsstukken ter inzage liggende ontwerpbesluit.
De Arob-kommissie Idaarderadeel,
Th.P. Zwart, voorzitter.
F. de Jona,
sekretaris