Artikel 3.
Aan de vrijwilliger, beneden de rang van plaatsvervangend commandant wordt,
voor het verrichten van wacht- en consignatie- en bewakingsdiensten, een ver
goeding toegekend van 63,36 per weekend.
Artikel 4.
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen aan de vrijwil
liger een vergoeding voor derving van loon of inkomsten toekennen wegens
het verrichten van de in artikel 2, le lid en 2e lid, bedoelde brandweer
dienst.
Artikel 5.
In de vaste vergoeding, als bedoeld in artikel 1, 2e lid, wordt geacht per
jaar te zijn opgenomen wegens onkostenvergoeding en kledingtoelage een
bedrag van 299,
Artikel 6.
De vrijwilligers, in de rang van brandmeester en chauffeur-monteur, die op
1 januari 1976 in funktie waren, genieten deswege in afwijking van het be
paalde in artikel 1, 2e lid, een vaste vergoeding van respektievelijk
642,en 533,per jaar.
Artikel 7.
Deze verordening kan worden aangepaald als "Vergoedingsregeling vrijwilligers
bij de gemeentelijke brandweer" en wordt geacht in werking te zijn getreden
op 1 januari 1979, met gelijktijdige intrekking van de vergoedingsregeling,
vastgesteld bij raadsbesluit van 17 oktober 1978, no.7.
Grouw
De raad voornoemd,
voorzitter.
sekretaris