Artikel 6.
Aan het algemeen bestuur wordt de organisatie en de algemene leiding
van de keuringsdienst opgedragen.
Artikel 7.
Het dagelijks bestuur is belast met:
a. het voorbereiden van al hetgeen in het.al gemeen bestuur ter overwe
ging en beslissing moet worden gebracht;
b. het uitvoeren van de besluiten van het algemeen bestuur;
c. het afkondigen van de besluiten, waarvan de afkondiging door de wet
of bij besluit van het algemeen bestuur is voorgeschreven;
d. het dienen van bericht en raad, tenzij dit bepaaldelijk van het alge
meen bestuur of de voorzitter wordt verlangd;
e. het beheren der inkomsten en uitgaven, voorzover dit niet bij of
krachtens deze regeling aan anderen is opgedragen;
f. .het toezicht op het beheer en het onderhoud der eigendommen van de
keuringsdienst;
g. het nemen, alvorens het algemeen bestuur tot het voeren van een
rechtsgeding heeft besloten, van alle conservatoire maatregelen zowel
in als buiten rechte en het doen wat nodig is, ter voorkoming van
verjaring en verlies van recht en bezit;
h. het houden van een gedurig toezicht op al hetgeen de keuringsdienst
aangaat.
Artikel 8.
1. Onderminderd het in artikel 7 bepaalde terzake van de bevoegdheden
van het dagelijks bestuur, is de voorzitter belast met de uitvoering
van de besluiten van het algemeen en van het dagelijks bestuur.
2. Alle stukken, die van het algemeen bestuur of van het dagelijks be
stuur uitgaan, worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend.
3. De voorzitter vertegenwoordigt de keuringsdienst in alle rechtsge
dingen en bij alle buitengerechtelijke rechtshandelingen, die voor
hem moeten worden gedaan.
Artikel 9.
1. Aan het hoofd van de keuringsdienst staan een keuringsdierenarts met
de titel van directeur en een keuringsdierenarts, met de titel vari
adjunct-directeur, die geen particuliere praktijk mogen uitoefenen.
2. De directeur en de adjunct-directeur worden in hun werkzaamheden bij
gestaan door keurings- en zo nodig ander personeel. Het algemeen be
stuur bepaalt het aantal personeelsleden en hun standplaatsen, de
directeur gehoord en doet hiervan mededeling aan de kringgemeenten.
Het dagelijks bestuur is bevoegd keuringspersoneel en ander perso
neel in tijdelijke dienst op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk
recht of voor het verrichten van enkele diensten aan te stellen. Het
doet hiervan in de eerstvolgende vergadering van het algemeen bestuur
mededeling.
3. Bij afwezigheid van de directeur en/of de adjunct-directeur worden
deze zo nodig vervangen door een dierenartsdie is aangesteld als
piaatsvervangend di recti eli d
Artikel 10.
1. De directeur, de adjunct-directeur en het plaatsvervangend directie
lid worden benoemd en ontslagen door het algemeen bestuur. Schorsing
geschiedt- door het dagel-ijks.bestuur en gaat de termijn, van.drie