- 6 -
2. Alle ontvangsten en betalingen betreffende de keuringsdienst geschie
den ten bate respectievelijk ten laste van deze rekening-courant.
3. Over de saldi der door de keuringsdienst gestorte en opgenomen gel
den wordt rente berekend naar een percentage, gelijk aan het door de
N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten aan of ten behoeve van de ge
meente Weststellingwerf berekende rentepercentage over rekening-
courant-saldi
I Artikel 16.
1. De controle van de boekhouding van de keuringsdienst geschiedt ten
minste eenmaal per halfjaar door het Centraal Bureau voor Verifica
tie en Financiële Adviezen der Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
Het opgemaakte verslag wordt gezonden aan het algemeen bestuur, aan
de kringgemeenten en aan gedeputeerde staten.
2. Voor zoveel nodig regelt het algemeen bestuur de verzekering vap de
geldmiddelen tegen fraude, diefstal en dergelijke.
Artikel 17.
1. Het voor- of nadelig verschil tussen de baten en lasten over enig
dienstjaar komt ten bate respectievelijk ten laste van de kringge
meenten. Het aandeel van iedere gemeente wordt bepaald in evenredig
heid met het aantal inwoners der kringgemeenten per 1 januari
van het betreffende dienstjaar.
2. Het algemeen bestuur kan besluiten batige saldi te reserveren en na
delige saldi ten laste van de gevormde reserve te brengen.
3. De stortingen voortvloeiende uit de in het eerste lid bedoelde kos
tenverdeling hebben plaats binnen een maand nadat de rekening over
het betreffende dienstjaar is vastgesteld.
4. Op de in het vorige lid bedoelde stortingen kunnen voorschotten wor
den betaald.
Artikel 18.
1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1980.
2. Zij wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.
3. Onverminderd het bepaalde in artikel 23a der Vleeskeuringswet kan
wijziging van deze regeling slechts plaatsvinden met goedvinden van
een meerderheid van tenminste 2/3 van de raden van alle kringgemeen
ten.
4. Indien één der aangesloten gemeenten wijziging van de regeling ver
langt, zendt deze een hiertoe strekkend voorstel aan het algemeen
bestuur. Het algemeen bestuur brengt over dit voorstel binnen twee
maanden advies uit aan de aangesloten gemeenten, eventueel vergezeld
van een ontwerp-besluit tot wijziging.
5. Ook het algemeen bestuur is bevoegd een voorstel tot wijziging van
de regeling aan de aangesloten gemeenten te doen. Hij doet dit voor
stel vergezeld gaan van een ontwerp-besluit tot wijziging.
6. Binnen twee maanden na ontvangst van het in het vierde lid bedoelde
advies of het in het vijfde lid bedoelde voorstel wordt door de raden
der kringgemeenten over de voorgestelde wijziging beslist. Met de ge
nomen beslissing worden de kringgemeenten ten spoedigste in kennis ge
steld.
7. Onder wijziging der regeling wordt begrepen uittreding van een of meer
gemeenten en opheffing der regeling. Hierop is het bepaalde in het
derde tot en met zesde lid van overeenkomstige toepassing.