Artikel 3
Aan de vrijwilligerbeneden de rang van plaatsvervangend kommandant wordt,
voor het verrichten van wacht- en consignatie- en bewakingsdiensten, een
vergoeding toegekend van 32,41 per etmaal.
Artikel 4
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen aan de vrijwilligers
een vergoeding voor derving van loon of inkomsten toekennen wegens het ver
richten van de in artikel 2. Ie lid en 2e lid, bedoelde brandweerdienst.
Artikel 5
In de vaste vergoeding, als bedoeld in artikel 1, 2e lid, wordt geacht per
jaar te zijn opgenomen wegens onkostenvergoeding en kledingtoelage een be
drag van 310,
Artikel 6
De vrijwilliger, in de rang van chauffeur-monteur, die op 1 januari 1976 in
funktie was, geniet deswege in afwijking van het bepaalde in artikel 1,
2e lid, een vaste vergoeding van 539,per jaar.
Artikel 7
Deze verordening kan worden aangehaald als "Vergoedingsregeling vrijwilligers
bij de gemeentelijke brandweer" en wordt geacht in werking te zijn getreden
op 1 juli 1980, met gelijktijdige intrekking van de vergoedingsregeling,
vastgesteld bij raadsbesluit van 15 april 1980, nr. 7.
Grouw, 19 augustus 1980.
De raad voornoemd,
voorzitter.
sekretaris.