In die tijd kan de gemeente de aanleg van een nieuwe jachthaven voor
bereiden en krijgt de heer Tasma de gelegenheid de zaak af te bouwen. In de
derde plaats kan de gemeente zich nader beraden over een tegemoetkoming aan
de heer Tasma. Dit laatste is een vrij ingewikkeld vraagstuk, waarover met
elkaar overleg moet worden gepleegd. De heer Tasma is hier partij in.
Spreker vindt dit een betere oplossing dan de heer De Wolf voorstaat om
in overeenstemming of overleg met betrokkenen een regeling te treffen,
waardoor bij niet overeenstemming de opzegging van het huurkontrakt in ge
vaar zou komen.
Spreker zegt dat deze opzegging van de huurovereenkomst indertijd in de
3e afdeling is besproken. In de le afdeling heeft dit punt op de agenda ge
staan maar er is niet over gediscussieerd. Een deel van de schiphuizen van
de heer Tasma en de partikulieren staat op het water van de Domeinen op
erfpachtskontrakteen aanmerkelijk harder kontrakt dan de huurovereenkomst
met de gemeente.
Aan deze erfpachtskontrakten kan de gemeente natuurlijk geen einde
maken. Spreker zegt dat de inspekteur van de Domeinen thans nog weinig aan
leiding ziet het kontrakt te beëindigen, maar genoemde funktionaris wil er
wel over praten. Daarom heeft het kollege gemeend eerst de eigen zaken te
regelerjên dan maar te zien hoe het met de anderen komt. Om de partikulieren
op dezelfde wijze te behandelen als de heer Tasma valt veel voor te zeggen.
Aan de andere kant moet men niet uit het oog verliezen, dat heer Tasma
een bedrijf exploiteert, terwijl de partikulieren er alleen maar een schip
huis hebben staan. Wellicht kan aan deze groep een ander schiphuis worden
aangeboden. Men zal in ieder geval een ander plaatsje moeten zoeken. Spreker
merkt nog op dat de huurders van het gemeentewater zich bij de vaststelling
van het bestemmingsplan Blikpölle niet hebben laten horen.
Mocht bij de ontruiming onevenredige schade voor betrokkenen ontstaan,
dan bestaat er altijd nog een mogelijkheid een beroep te doen op artikel 49
van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, De zaak Tasma daarentegen is een
ander geval. Daarover is van het bedrijfsschadeelement een apart punt ge-
maat
Spreker meent, dat er geen belemmeringen zijn om het voorstel aan te
nemen en hoopt, dat de onduidelijkheden, die straks ter tafel zijn gekomen,
nu zijn weggenomen.
De heer Knossen zegt, dat bij zijn fraktie geen enkele twijfel bestaat
over het opzeggen van het kontrakt. Spreker zegt over de andere punten wel
te willen praten en nu geen uitspraak te willen doen. Formeel is de gemeente
helemaal niet verplicht om bedrijfsschade te betalen, Daarom moet er ook
geen koppeling worden gelegd. De voorzitter heeft verschillende suggesties
omtrent een tegemoetkoming gedaan. Hierover wil spreker zich op dit moment
niet uitspreken. Derhalve punt 1 is akkoord en over de beide andere punten
thans geen uitspraak doen. Spreker maakt hiervan een voorstel dat voldoende
wordt ondersteund.
De heer Bouma zegt tegen punt 1 geen bezwaar te hebben. Eerlijk gezegd
ziet hij ook geen bezwaren tegen de formulering van punt 2, waarin staat
dat een tegemoetkoming nader door de raad zal worden vastgesteld na eerst in
de afdelingen te zijn behandeld. Hieraan brandt de gemeente zich niet.
Ook punt 3 is akkoord. Wel is het zaak dat er zo gauw mogelijk duidelijk
heid komt, zowel naar de heer Tasma als de partikulieren. Dit zal tevens de
uitspraak van de Domeinen kunnen bespoedigen.