- 3 -
2. Het in het eerste lid omschreven verbod geldt niet gedurende de
tijd, die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk
in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of
lossen van goederen.
3. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid om
schreven verbod ontheffing verlenen.
Artikel 7.
1. Het is de eigenaar, houder of bestuurder van een voertuig met
stankverspreidende stoffen verboden dit te doen of te laten staan,
daar, waar omwonenden daarvan hinder of overlast kunnen onder
vinden.
2. Het in het eerste lid omschreven verbod geldt niet gedurende de
tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk
in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of
lossen van goederen.
3. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid om
schreven verbod ontheffing verlenen.
Artikel_8.
1. In andere gevallen dan die, waarin de Hinderwet van toepassing
is, is het de eigenaar, houder of bestuurder van een voertuig,
dat wordt gebezigd voor het vervoeren van een door burgemeester
en wethouders bij een openbaar bekend te maken besluit als ge
vaarlijk aangewezen stof, verboden dit voertuig te doen of te
laten staan daar, waar de veiligheid van omwonenden in gevaar
kan worden gebracht.
2. Het in het eerste lid omschreven verbod geldt niet in een van de
navolgende gevallen;
a. wanneer de in of op het voertuig aanwezige hoeveelheid gevaar
lijke stof een door burgemeester en wethouders te bepalen
maximum niet te boven gaat;
b. gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het
onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het on
middellijk laden of lossen van goederen;
c. gedurende een periode van een half uur buiten de bebouwde kom.
3. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid om
schreven verbod ontheffing verlenen.