GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
COMMISSIE "OOR ADMINISTRATIEF
P.7t>0^
Aan de gemeenteraad
Grouw, 26 november 1980.
In haar heden gehouden zitting heeft de Commissie voor administratief
beroep der gemeente Idaaröerad.eel het beroepschrift behandeld van
de heer H. van Mus, Gele Eker 4 te "arpa, gericht tegen het besluit
van burgemeester en wethouders van 20 oktober 1980 (verzonden 22 ok
tober 1980) tot weigering van een vergunning voor de bouw van een
winkel/etelage bij de voormalige Doopsgezinde Kerk te Narga
Ter zitting verscheen de heer H. van Mus voornoemd.
Het beroepschrift van de heer "an Mus is gedateerd 14 november
1980 (ingekomen 18 november 1980)zodat is voldaan aan het voor
schrift om beroen aan te tekenen binnen een maand na de verzending
van het besluit van burgemeester en wethoudersHet beroepschrift
van de heer Van Nus kan derhalve ontvankelijk worden verklaard.
Ter motivering van zijn bezwaar bracht de heer Van Nus naar
voren, dat de bouw van een winkel/etalage noodzakelijk is voor de be
drijfsvoering in de voormalige Doopsgezinde Kerk te "aroa die hij als
timmerbedrijf annex winkel voor doe het zelf artikelen in gebruik
heeft.
De verkoopruimte die thans op de eerste verdieping is gevestigd
moet om verkooptechnische redenen (een advies van het Koninklijke
Nederlands Ondernemersverbond kan worden overgelegd) worden verplaatst
naar de begane gronM. De inkomsten uit het timmerbedrijf kunnen door
de heer Van Mus niet worden gemist. Dit gedeelte van zijn bedrijf,
waarvoorthans de gehele benedenverdieping is ingericht kan niet naar
de eerste verdieping worden verplaatst. Het werkmlaatsoedeelte en de
verkoopruimte moeten derhalve beide op de benedenverdieping een plaats
vinden.
De bovenverdieping wordt dan ingericht tot magazijnruimte en
showroom voor grotere artikelen als keukeninrichtingen. De uitbouw van
de zuidelijke gevel van de kerk tot winkel/etalage is naar het oordeel
van de heer Van Mus dan ook noodzakelijk om zijn bedrijf op een ver
antwoorde wij ze te kunnen voortzetten.
De heer Van Nus stelde verder, dat hij bereid is zijn bouwplan
aan de adviezen van de Provinciale Friese Schoonheidscommissie als
mede aan de door de gemeente uit overwegingen van welstand te stel
len eisen aan te passen.