7. Verzoek van het bestuur van het GEMEENTE IDAARDERADEEL GROUW Nr. 3405. dekenaat Leeuwarden om subsidie voor de begeleiding van het onderwijsteam en het geven van lessen godsdienst aan de leerlingen van de Rooms Katho lieke school voor gewoon lager onder wijs te Warga over 1981. Aan de gemeenteraad. Grouw, 9 januari 1981. In een tot u gericht schrijven verzoekt het bestuur van het dekenaat Leeuwarden, waaronder de katholieke gemeenschap van Narga ressorteert, om subsidie voor de begeleiding van het onderwijsteam en het geven van lessen godsdienst aan de leerlingen van de bijzondere school voor gewoon lager onderwijs, de Sint Martinusschool, te Warga voor het jaar 1981. In het verzoek wordt opgemerkt, dat de gedachten van het bestuur uitgaan naar een regeling, dat de subsidie wordt bepaald naar het wet telijk aantal leerkrachten, dat aan de school verbonden is. Overigens mogen wij u verwijzen naar de bij het verzoek gevoeg de motivatie, die bij de raadsstukken voor u ter inzage ligt. Naar aanleiding van het vorenstaande merken wij op, dat u in uw vergadering van 13 juni 1972 heeft besloten te rekenen met ingang van 1 januari 1972 aan kerkgenootschappen, kerkelijke verenigingen en verenigingen, als bedoeld in artikel 26 van de Lager-onderwijswet 1920, die door een geestelijke of godsdienstleraar godsdienstonderwijs doen verzorgen aan leerlingen van openbare en bijzondere scholen voor ge woon lager onderwijs in deze gemeente een subsidie van 200,per wekelijks lesuur per jaar te verlenen. Bij raadsbesluit van 19 februari 1980, nr. 14 is besloten te rekenen met ingang van 1 januari 1980 het subsidie te verhogen tot 225,per wekelijks lesuur per jaar. Aangezien tot nu toe het godsdienstonderwijs aan de bijzondere scholen in deze gemeente werd gegeven door de leerkrachten, werd de onderhavige regeling tot op heden niet toegepast ten aanzien van het bijzonder onderwijs. Volgens genoemde motivatie staat het bestuur van het dekenaat Leeuwarden een andere benadering van het godsdienstonderwijs voor en wel in die zin, dat het godsdienstonderwijs niet uitsluitend meer gezien moet worden als een kennisoverdracht vanuit een bepaalde ge loofsovertuiging, maar veel meer als een onderdeel van de totale op voering en maatschappelijke vorming van de leerlingen. Er wordt ge steld, dat het voor veel klasseonderwijzers nauwelijks mogelijk is aan een verantwoorde godsdienstige vorming naar eigentijdse omstandig heden op de juiste wijze vorm en inhoud te geven.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1981 | | pagina 133