Aan ondersteuning door een dis trie tskatec'neet bestaat bij het onderwijzend personeel steeds meer behoefte, aldus het verzoek. Zoals uit het eerstgenoemde raadsbesluit blijkt, subsidieert de gemeente uitsluitencjfle door een geestelijke of godsdienstleraar ver zorgde godsdienstlessen aan de leerlingen en niet de begeleiding van het betreffende onderwijs tear.. In dit verband merken wij op, dat het godsdienstonderwijs geen onderwijs is, dat van de school uitgaat, maar dat gegeven wordt door en onder verantwoordelijkheid van de kerkelijke gemeenten. De kosten van dit onderwijs worden door de wet dan ook niet tot de kosten van de school gerekend en de gemeente is niet wettelijk verplicht dit onderricht te bekostigen, mat uitzondering van het gratis beschikbaar stellen van lokaalruimte in de betreffende school. Wel is de gemeente bevoegd op grond van de gemeentewet een sub sidie te verlenen, indien althans een aanwijsbaar gemeentelijk belang wordt gediend. In 1972 was u van mening - en begin dit jaar heeft u dit nog eens bevestigd - dat dat het geval was. Godsdienstonderwijs, zoals dat tegenwoordig wordt gegeven, kan worden beschouwd als een bijdrage tot de algemene vorming der leerlingen. Voorts delen wij u mee, dat het door de kerkelijke gemeenten verzorgde godsdienstonderwijs aan de openbare lagere scholen in deze gemeente doorgaans 1 tot 2 lesuren per week bedraagt. Onder opgave van het aantal lesuren wordt het subsidie aan bedoelde kerkelijke ge meenten meestal aan het eind van het jaar van gemeentewege uitgekeerd. Naar onze mening bestaat er geen aanleiding de vigerende subsi dieregeling met betrekking tot het godsdienstonderwijs te wijzigen. Het bestuur van het dekenaat kan eind 1981 - volgens de bijlage bij het verzoek gaat het totaal om 1 wekelijks klokuur - een aan vraag om subsidie ten behoeve van het godsdienstonderwijs indienen, zulks op basis van het door de districtskatecheet te verzorgen wekelijks aantal lesuren per jaar. Samenvattend stellen wij u voor onder handhaving van de be staande subsidieregeling inzake het godsdienstonderwijsvastgesteld bij raadsbesluit van 13 juni 1972, nr. 4 en nader gewijzigd bij raadsbesluit van 19 februari 1980, nr. 14, afwijzend op het onder havige verzoek te beschikken en daartoe te nemen een besluit, waarvan het concept bij u voor de raadsstukken ter inzage ligt. Burgemeester en wethouders der gemeente Idaarderadeel, B.G. Holtrop, burgemeester. P.H. Starreveld, secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1981 | | pagina 135