-2- 4. Als organen van het lichaam treden op: a. het algemeen bestuur; b. het dagelijks bestuur; c. de voorzitter. Het algemeen bestuur. Artikel 4. Het algemeen bestuur bestaat uit: a. een aantal gemeentelijke leden, gelijk aan twee maal het aantal deelnemende gemeenten b. een aantal niet-gemeentelijke leden, ten hoogste gelijk aan het aantal ge meentelijke leden minus één. Gemeentelijke leden. Artikel 5_. 1. De raad van elk van de deelnemende gemeenten benoemt één lid van het alge meen bestuur uit zijn midden. Hij kan voor het aangewezen lid een plaatsver vanger aanwijzen. Burgemeester en wethouders van elk van de deelnemende ge meenten benoemen één lid van het algemeen bestuur uit hun midden. Zij kun nen voor het aangewezen lid een plaatsvervanger aanwijzen. 2. Een gemeentelijk lid heeft zitting vanaf de dag van zijn benoeming tot het tijdstip van aftreding: a. van de leden van de gemeenteraad, voor zover die hem heeft benoemd; b. van de wethouders, voor zover burgemeester en wethouders hem hebben be noemd 3. In afwijking van het vorige lid blijven de gemeentelijke leden, die burge- raeester zijn, of die herkozen zijn als lid van da raad, die hen heeft be noemd, het lidmaatschap vervullen, totdat door de raad, onderscheidenlijk door het college van burgemeester er wethouders in de vacature is voor zien, echter tot ten hoogste twee maanden na het in lid 2 genoemde tijd stip. 4. Periodiek aftredende gemeentelijke leden zijn herbenoembaar. 5. Hij die ophoudt, burgemeester oi raadslid te zijn, houdt tevens op lid van het algemeen bestuur te zijn. 6. De gemeentelijke leden kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij blijven het lidmaatschap waarnemen, totdat hun opvolgers zijn benoemd, echter tot ten hoogste twee maanden, nadat zij hun verzoek om ontslag hebben inge diend 7. Bij het openvallen van een plaats van een gemeentelijk lid voorziet de des betref fende gemeenteraad of het desbetreffende college van burgemeester en wethouders binnen twee maanden in de vacature. Niet-gemeentelijke leden. Artike1_6^ .1. De niet-gemeentelijke leden van het algemeen bestuur worden benoemd door de gezamenlijke gemeentelijke leden. 2. Tot nlet-gameentelijke leden worden benoemd, personen, woonachtig in de deelnemende gemeenten, die betrokken zijn bij, of belangstelling hebben voor het bibliotheekwerk, zodanig, dat elke deelnemende gemeente naar evenredigheid is vertegenwoordigd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1981 | | pagina 141