-7-
Artikel 20.
Bij tussentijdse wijzigingen van de begroting van de gemeenschappelijke
raad vinden de bepalingen van artikel 19 overeenkomstige toepassing.
Artikel 21.
1. Het dagelijks bestuur zendt een afschrift van de door hem opgemaakte
rekening over het afgelopen jaar jaarlijks vóór 1 juni aan de raden van
elk der deelnemende gemeenten onder overlegging van een toelichting en
een afschrift van het verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid
van de rekening, ingesteld door een onaFnankeli jke deskundige.
2. De raden van elk der deelnemende gemeenten kunnen bezwaren inbrengen
tegen de rekening bij het algemeen bestuur binnen zes weken na de toe
zending
3. Na afloop van de in het vorige lid bedoelde termijn onderzoekt het al
gemeen bestuur de rekening en de ingekomen bezwaren, stelt rekening
voorlopig vast en biedt haar vóór 1 november aan gedeputeerde staten aan
ter vaststelling. Daarbij legt het over alle bij de rekening behorende
bescheiden, waaronder een toelichting en het in het eerste lid bedoelde
verslag.
Artikel 22.
Jaarlijks vóór 1 juni brengt het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur
verslag uit van de werkzaamheden in het afgelopen boekjaar.
Bijdragen der deelnemende gemeenten.
Artikel 23.
1. Jaarlijks vóór i september stelt het algemeen bestuur aan de hand van
de begroting het bedrag vast van de door de deelnemende gemeenten in
totaal te betalen voorlopige bijdrage in het geraamde exploitatietekort
voor het komende boekjaar, alsmede het aandeel van elke deelnemende ge
meente in die voorlopige bijdrage.
2. Binnen een maand na de goedkeuring van de begroting door gedeputeerde
staten geeft het dagelijks bestuur aan ieder van de deelnemende gemeenten
kennis van haar aandeel in de voorlopige bijdrage.
3. De deelnemende gemeenten verlenen kwartaaisgewijs voorschotten tot het
bedrag van de voorlopige bijdrage.
4. Wanneer tengevolge van de vertraging in de uitkering van de rijksver
goeding of een voorschot daarop, of door andere oorzaken de gemeenschap
pelijke raad niet in staat is, aan zijn verplichtingen, die de bij of
krachtens de wet gestelde regels hem opleggen, te voldoen, verleent elk
der deelnemende gemeenten op verzoek van het algemeen bestuur daarenboven
een extra-voorschot, zulks met inachtneming van de in artikel 24 gegeven
grondslag. Artikel 19 is ter zake van toepassing.
5. Binnen vier maanden na afloop van een boekjaar stelt het algemeen bestuur,
onder goedkeuring van gedeputeerde staten, aan de hand van de rekening de
bijdragen definitief vast.
6. Het tweede lid is alsdan van overeenkomstige toepassing.
7. Binnen een maand na de ontvangst van de kennisgeving van de definitieve
bijdrage betalen de gemeenten de eventueel nog verschuldigde bedragen
bij of ontvangen zij het teveel betaalde terug.