Spreker zegt het eens te zijn met de algemene beschouwingen
van de heer Van der Goot, wanneer deze opmerkt dat een stedebouw
kundig bureau met een redactie komt waarvan men weet, dat de meer
derheid van de raad het zal afkeuren. Men vraagt zich dan wel eens
af, of zoiets nu met opzet gebeurt om maar uren te kunnen schrijven.
Spreker denkt daarbij aan de werkvergadering die met het stede
bouwkundig bureau is gehouden en waarin door de raad een beleids
richting op het terrein van de R.O. werd aangegeven. Als men dan ziet
op welke manier het bureau dit afhandelt dan heeft zo 'n bespreking
weinig zin en is het zonde van de tijd en het geld. Spreker vraagt
dan ook het college dit punt beter te begeleiden en het standpunt van
de raad beter over te brengen aan het bureau.
Verder vraagt spreker een intensief contact te onderhouden met
de inwoners op wier gebied het bestemmingsplan betrekking zal hebben.
De voorzitter antwoordt, dat de opmerking van de heer Zwart
eigenlijk wil zeggen, dat de post "onvoorzien" niet tegelijkertijd
inhoudt dat iets voorzienbaar is. Men moet uit de post "onvoorzien"
niet de indruk krijgen dat de gemeente er warmpjes bijzit. Er zijn
posten bij het bedrag van 400.000,die zonder meer een vaste be
stemming hebben en die geen ruimte laten om iets anders mee te doen.
Spreker zegt dat het college zal proberen voor 1982 een in
deling te maken, waarbij een post voor stedebouwkundige hulp op de
gewone dienst zal worden ingesteld.
Spreker zegt, dat het college ook aandacht heeft besteed aan de
opmerkingen van de heren Draisma, De Wolf en Van der Goot met betrek
king tot de gang van zaken bij bestemmingsplannen. Bij gebruik van
een stedebouwkundig bureau gaat dat bureau in de loop der jaren de
gemeente kennen. Dit maakt het voor het bureau gemakkelijker om voor
die gemeente te werken. Het beperkt voor de gemeente de mogelijkheid
om met je doelstellingen bij verschillende bureaus langs te trekken
met verzoek om een kostenopgaaf. Als je eenmaal aan een bureau vast
zit heeft dat het grote voordeel dat het de gemeente, het bestuur en
de inwoners kent. Als de heer De Wolf dan zegt, dat zullen ze wel
niet willen, dan is dat een wonderlijke zaak. Spreker verwacht wel
dat het bureau begrepen zal hebben dat 1981 anders besteed zal moeten
worden dan 1980. Ze hebben de bel voor de laatste ronde gehoord.
Spreker zegt dat Meinga enkele jaren geleden is opgezet, toen
de standpunten met betrekking tot de woningbouw anders waren dan nut
Er zullen nu meer en andere klasse-woningen worden gebouwd. In dat
opzicht meent spreker dat de afdeling zeker nog de gelegenheid krijgt
zich uit te spreken over de indeling en differentiatie van het be
stemmingsplan. Spreker zegt, dat de ambtelijke begeleiding slechts
beperkt kan zijn zowel kwalitatief als kwantitatief. Dit is een ge
geven dat in een kleine gemeente speelt en waar je reëel tegen aan
moet kijken. De gemeente beschikt over goede ambtenaren, maar het
zijn nu eenmaal geen specialisten zoals in grote gemeenten.
Ook op het college legt dit een druk. Maar men moet roeien met
de riemen die men heeft.