- 12 - B. en W. menen dat de procedure met betrekking tot bestemmings plannen in deze gemeente redelijk verloopt. Wel is het college voor nemens in 1982 het bureau op zodanige wijze te begeleiden dat het werk naar tevredenheid van de raad en de inwoners zal verlopen. De heer Van Gorkum heeft niet het genoegen in de commissie R.O. te zitten en weet derhalve niet wat er besproken is. Spreker meent dat de raad in zijn werkvergadering over het bestemmingsplan buiten gebied, met het bureau een heel goede vergadering heeft gehad. Er is toen geen kritiek gespuid. Waarom niet en waarom nu wel. Men had dan tijdens de vergadering hierop antwoord kunnen krijgen. Verder vindt spreker het wel interessant dat in principe bij de opzet van plannen de doelstellingen eerst naar het bureau gaan om een kostenopgaaf te vragen om daarna in de uitgebreide le afdeling te worden behandeld. Spreker vindt dit een goede zaak. De heer Draisma meent, dat de heer Van Gorkum niet volledig geïnformeerd is. In een vergadering (vóór de werkvergadering) van de le afdeling, waar de heer Heeling zelf aanwezig was, is inhoude lijk op de financiële problematiek ingegaan. De indruk moet niet gewekt worden, dat uitsluitend in deze vergadering kritiek wordt ge spuid. Spreker zegt, dat de bedoeling van zijn verhaal niet is ge weest dat men met de doelstellingen van een ontwerp-bestemmingsplan bij verschillende bureaus een kostenopgaaf moet vragen. Zijn intentie was: formuleer de doelstellingen en vraag bij het stedebouwkundig bureau prijsopgaaf en kom hiermee naar de uitgebreide le afdeling. De heer Zwart zegt, nog geen voldoende antwoord op zijn vraag te hebben gekregen. Spreker heeft nog gevraagd wat de bedoeling is voor de komende jaren. Op de oude voet, zoals nu geldt vanaf 1976 met het systeem van rente en afschrijving te werken of direct het totale plan in de gemeentelijke huishouding opnemen. Dat maakt nogal wat verschil, vooral voor het komende jaar 1982 zou dat nogal wat verschil maken indien men de oude bedragen uit de kapitaaldienst weghaalt. Hoe zien b. en w. dit nu?. De voorzitter antwoordt, dat het reëel is jaarlijks een post uit te trekken voor stedebouwkundige hulp. Deze bedragen moeten niet via de post "onvoorzien" lopen. Dat wil uiteraad niet zeggen, dat wanneer je voor 1981 en 1982 b.v. 150.000,uitgeeft voor stedebouwkundige hulp, je dat be drag direct in een keer opneemt in de gewone dienst. Wanneer blijkt, dat die kosten in een bepaald jaar het plafond van de begroting te boven gaan, dat dan wordt teruggevallen op het systeem dat vanaf 1976 geldt. Spreker meent dat het stedebouwkundig bureau wel weet hoe in deze gemeente gedacht wordt over begeleiding. Hier is men niet in ieder opzicht even gelukkig mee. Spreker zegt dat het bureau heel goed weet hoe de zaken er voor staan. Het verslag van deze ver gadering zal het bureau zeker worden toegezonden. Wat de aanpak van de nieuwe plannen betreft spreekt de gedachte van de heer Draisma spreker wel aan. In afdelingsverband zal te zijner tijd worden overlegd hoe dit het beste kan worden geregeld. Zonder hoofdelijke stemming gaat de raad met de beantwoording van vraag 1 accoord.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1981 | | pagina 27