- 14 -
Gezien de wijze waarop de hogere overheden op dit moment be
zuinigen, door kosten door te schuiven naar de lagere overheden en
daardoor via een andere ingang de burgers roet de kosten te laten
zitten, is spreker er voor, dat deze wijziging in de legasver-
ordening zo gauw mogelijk wordt ingevoerd. Wanneer op korte termijn
de modelverordening van de VNG afkomt gaat spreker met het antwoord
accoord. Anders is hij er voor de wijzigingen nu door te voeren.
De heer Knossen meent dat het college in de vorige vergadering
reeds geantwoordheeft dat wanneer de nota volgend voorjaar niet ver
schijnt, het alles zal doen om de wijziging alsnog in de verordening
op te nemen.
De voorzitter antwoordt dat in de oktober-vergadering is be
sloten het door ID'78 ingediende voorstel niet direct over te nemen.
Spreker is verbaasd, dat de heer Draisma nu iets anders ver
wacht dan besloten is. Het is een vorm van goed bestuur, wanneer een
raadsbesluit wordt uitgevoerd. De vraag is nu wat wil men. Wil men
uitsluitend de provincie en het rijk leges in rekening brengen dan
is het een eenvoudige kwestie de legesverordening op dat punt aan te
passen. De bedoeling is echter de gehele legesverordening op de
helling te nemen en aan te passen aan de gewijzigde inzichten. Dan
moet men op de modelverordening wachten. Het geeft een geur van on
behoorlijk bestuur, als men nu enkele bepalingen in de legesv,er-
ordening wil opnemen waarvan men binnenkort geldelijk voordeel heeft,
hoe aantrekkelijk de gedachte ook is. Spreker zegt, dat de VNG is
ingesteld om de kleine gemeenten behulpzaam te zijn en om een zekere
uniformiteit in de verordeningen te scheppen. Naar verwachting zal
deze modelverordening in de loop van 1981 gereed zijn en aan de ge
meentebesturen ter vaststelling worden aangeboden. Spreker zegt, dat
reeds in 1925 deze vrijstelling voor rijk en provincie in de ver
ordening was opgenomen.
Hij acht het niet redelijk nu deze instanties gauw even leges-
plichtig te maken. Dat riekt naar: "We zullen jullie gauw even
pakken". Dit spreekt het college niet aan. Wanneer blijkt, dat de
modelverordening in 1981 niet afkomt, kan de raad of de afdeling
zich altijd nog bezinnen of deze punten alsnog uit de huidige ver-
w ordeningen kunnen worden geschrapt.
De heer Draisma vindt dit een uiterst formeel verhaal dat voor
bij gaat aan hetgeen in de afdeling is besproken. Spreker meent dat
er in de le afdelingsvergadering zowel van de voorzitter als van de
leden begrip was deze wijziging eerder in te voeren. Daarom gaat
vasthouden aan de uitspraak van de raad van oktober voorbij aan de
intentie van het besprokene in de afdelingsvergadering. Dit roept
vragen op.
De voorzitter meent dat de heer Draisma die uitleg er aan geven
kan. Maar in de beantwoording zijn gegevens op tafel gekomen die toen
niet bekend waren. Deze spelen uiteraard een rol bij de besluit
vorming.