- 16 - De voorzitter antwoordt, dat de rehabilitatie van woongebieden tot nu toe steeds langs de weg van geleidelijkheid zijn verlopen. Er is weinig begeleiding bij geweest. Dit is door de eeuwen heen altijd zo geweest. Stadsvernieuwingsprocessen voltrekken zich zeer geleide lijk en van de kant van de overheid werd hier betrekkelijk weinig be geleiding aan gegeven. De vraag is nu om maatregelen te nemen en middelen beschikbaar te stellen om dit proces, dat zeer duur en tijdrovend is te begeleiden. Spreker zegt, dat men hierbij onderscheid moet maken tussen een 3-tal renovatieprocessen. 1. maatregelen, die gebaseerd worden op de subsidieregeling particu liere woningen; 2. huizen die hiervoor niet in aanmerking komen maar vallen onder de regeling van Volkshuisvesting en CRM; 3. reconstructiebijdragen van 80% bij aankoop van grotere gebieden zoals Halbertsma en Stork-Bepak. Spreker zegt, dat de zin waar de heren Draisma en Bouma op doelen wanneer zij zeggen wat snijdt hier hout, is voornamelijk ge richt op de subsidieregeling voor verbetering van particuliere wo ningen. Als men ziet wat wekelijks de tafel van het college passeert aan plannen woningverbetering (keukens, douches, toilets etc.), dan zijn dat plannen die vanuit de inwoners zelf naar voren komen. Men kent derhalve de subsidiemogelijkheden wel. Bij grotere aantallen (b.v. plan Zevenhuizen) vraagt dit een planmatige aanpak. Deze vraagt uitvoerige aanpak en begeleiding. Spreker zegt, dat men er niet om heen kan, dat de mogelijkheden van het gemeentebestuur zeer beperkt zijn. Op dit soort processen is de schaal van deze gemeente niet afgesteld wat betreft het ambtelijk apparaat. De gemeente kan geen grote plannen op de schop nemen en die alle even goed begeleiden. De heer Draisma zegt, nu om wat extra mankracht van buiten te huren en neemt als voorbeeld het bureau H-part. Maar dan ga je er weer aan voorbij dat van de kant van het gemeentebestuur begeleiding mogelijk moet zijn. Het is niet mogelijk een groot aantal plannen tegelijk te begeleiden. Dit zal gefaseerd moeten gebeuren. Spreker zegt, dat voorlichting aan inwoners een om vangrijke operatie is. Bij Zevenhuizen is deze voorlichting al eens gegeven Ook daar is gebleken dat mensen tegen het betalen van een eigen bijdrage aankijken en dat dit hun huiverig maakt. Ook het proces in de Hoofdstraat en Kleine Buren heeft jaren gekost al is dit onge twijfeld een goed voorbeeld. Maar het college moet wel tijd worden gegund. Spreker zegt, dat in de vraagstelling het begrip passief naar voren is gekomen. Hij hoopt dat uit deze beantwoording zal blijken, dat het college zeker niet zijn tijd verspilt met naar buiten te kijken. De oogst zal echter eerst in 1981/82 kunnen worden binnen gehaald.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1981 | | pagina 35