- 15 -
Mevrouw Dekker zegt, geen antwoord te hebben gekregen over de
tijdslimiet van 3 jaar, het evaluatiepunt daarin vast te leggen.
Verder de rijksbijdrageregeling die meegenomen moet worden en wel
licht gunstiger kan uitvallen. Voorts zegt spreekster dat de volwas
senen die muziekles krijgen eigenlijk niet binnen deze regeling val
len. Binnen het G.M.L. is men bezig met een beleidsplan. Het zou
kunnen zijn, dat er een regeling voor volwassenen getroffen zou kunnen
v/orden. In deze gemeente zou men daar wellicht iets mee kunnen doen.
De moeilijkheid van leerlingen aan de G.M.L. die ouder zijn dan
18 jaar is dat zij onder bepaalde voorwaarden zijn ingeschreven.
Wanneer de regeling voor deze groep over een jaar afloopt hebben ze
gelijk als ze dat niet pikken.
De heer Bouma zegt, in eerste instantie te hebben opgemerkt
accoord te kunnen gaan met het voorstel van het college om de Hafa-
tarieven niet volgens de G.M.L. vast te leggen maar hiermee te hande
len als met de groepslessen. Spreker heeft uit het antwoord van de
wethouder begrepen, dat de gemeente de bevoegdheid wil zien te
krijgen om de individuele lessen duurder te maken afhankelijk van de
financiële positie van de gemeente. Spreker constateert dan twee
mogelijkheden, namelijk dat de drie gemeenten gelijke tarieven vast
stellen, dan wel wat het college wil, een afwijlcing van de tarieven,
afhankelijk van de financiële positie der gemeente. Spreker acht het
niet juist en vindt^ dat de individuele lessen conform de door de drie
gemeenten vastgestelde tarieven moeten worden gegeven. Wanneer het
college hiermee niet accoord kan gaan wil spreker hier graag een
voorstel van maken.
De heer De Wolf is het niet met de heer Bouma eens. Hij acht
het van belang, dat de gemeente zelf de bevoegdheid krijgt om de
bijdragen vast te stellen. Er zijn geen argumenten aan te voeren
waarom dit per gemeente niet verschillend zou kunnen zijn. Deze ge
meente kan andere inzichten hebben over de mogelijkheden die geboden
kunnen worden aan de inwoners. Spreker wijst er verder op, dat leer
lingen die op een of andere wijze buiten elke subsidieregeling vallen,
toch de gelegenheid moeten krijgen om op een of andere wijze aan de
lessen mee te kunnen doen.
Wethouder Van Essen antwoord dat wanneer de gemeente aan de ge
meenschappelijke regeling deelneemt, zij het recht moet hebben haar
wensen op tafel te leggen. Het bedrag is beschikbaar. Getracht moet
worden met dit bedrag het aantal uren zodanig in te vullen dat zoveel
mogelijk aan de doelstelling van de gemeente kan worden voldaan, dat
wil zeggen dat zoveel mogelijk kinderen gebruik kunnen maken van het
A.M.V. en groepsonderwijsHet geld dat dan overblijft zal voor het
individueel onderwijs kunnen worden gebruikt. Daarmee lean toch de
gemeente bij de G.M.L. haar beleid bepalen.
Bij het aangaan van de gemeenschappelijke regeling zal de tijds
limiet van 3 jaar moeten gelden. Bij de aanstelling van personeel door
G.M.L. zal hiermee rekening moeten worden gehouden. Minder dan 3 jaar
zal dan ook niet mogelijk zijn.