Ingekomen stukken.
6a. Mevrouw Dekker merkt op, dat binnen ID178, ongerustheid, op
winding en ergernis heerst over de manier waarop het conflict
tussen het G.C.O. en de vereniging van Friese Gemeenten wordt
uitgevochten. Het G.C.O. ontkent eigenlijk dat er een conflict
is. Wat iedereen buiten het G.C.O. weet, dat men zich namenlijk
niet houdt aan de gemeenschappelijke regeling, wordt door het
G.C.O. afgedaan met begrippen als regionalisatie en deconcen
tratie en men weigert nieuwe voorstellen te doen.
Spreekster zegt niet verder te willen ingaan op het con
flict zelf. Voor een buitenstaander is het amper meer te be
grijpen waar het om gaat. Dit geldt ook voor de leden van de stuur
groepen. Geen duidelijk neen tegen de toekomstige bestuurs
structuur bij het G.C.O. betekent bij het G.C.O. een duidelijk
ja. De houding van het G.C.O. is voor de friese gemeenten on
aanvaardbaar. Het is een houding, die in een conflictsituatie
alleen maar een winnaar en een verliezer kan opleveren. Het
kenmerk van een machtstrijd.
Het G.C.O. meent dat het de gemeenten met de rug tegen de
muur kan zetten, buigen of barsten. Haar fractie meent er bij
het college en de raad op te moeten wijzen hieraan niet toe te
geven. Een regeling die op een dergelijke manier wordt afge
dwongen, kan nooit goed functioneren. Als het G.C.O. zijn
houding niet wijzigt zal een aantal gemeenten ongetwijfeld uit
de regeling stappen en afzonderlijke schoolbegeleidingsdiensten
stichten.
Voor Idaarderadeel zou dit in samenwerking met andere ge
meenten een alternatief kunnen zijn. Spreekster zal het op prijs
stellen dat het college en de raad bij een ongewijzigde houding
van het G.C.O. zich zodanig opstelt, dat dat tot de mogelijk
heden blijft behoren. ID'78 wenst niet door het GCO gemanipu
leerd te worden en hoopt het college ook niet.
De heer Bouma zegt, dat zijn fractie graag accoord gaat
met de inhoud van de voorgestelde brief en spreker hoopt, dat
alle gemeenten er voor zullen zorgen dat het front gesloten
blijft, want de blufpokertaktiek van het bestuur van de G.C.O.
om niet regionalisatie maar deconcentratie voor te staan, is
anders niet dan dat de invloed vanaf de basis blijft steken,
zodat de centrale leiding het voor het zeggen houdt.
Wethouder Van Essen antwoordt dat het college volledig
accoord kan gaan met het betoog van mevrouw Dekker en de heer
Bouma. De mening van de raad zal in de na 1 mei te houden ver
gadering van gemeenten naar voren worden gebracht.
Hopelijk komt het zover, dat partijen alsnog bij elkaar
komen. Maar de gemeente zal zich direct niet de wet laten stel
len door het G.C.O.
De stukken 1 t/m 6 worden hierna voor kennisgeving aangenomen.
De brief genoemd onder punt 7 wordt ter afdoening in handen ge
steld van het college.