- 5 -
15Voorstel om in te stemmen met het instellen van een Brandweerhulpver
leningsdienst als onderdeel van de Regio Friesland-Noord en met de ophef
fing /an de huidige gemeenschappelijke regeling Brandweerhulpverlenings-
dienst Friesland-Noord.
De voorzitter merkt op, dat het verhaal er in feite op neer komt, dat
de regio-noord van mening isdat ook de BHD er in moet worden ondercre-
bracht om tot een evenwichtige belangenafweging te kunnen komen, zowel wat
het beleid betreft, als wat de financiën aangaat. Daardoor moet deze, op
het oog wat ingewikkelde procedure worden gevolgd. In hoofdzaak is het de
bedoeling, om bestuurlijk in de regio ook het BHD-element mee te nemen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dan conform het voorstel besloten.
16" Vo°tstel tot het aangaan van een gemeenschappelijke regeling voor het mu
ziekonderwijs met de gemeente Leeuwarden.
De voorzitter licht toe, dat dit uiteindelijk het ei is, dat de raad
moet leggen na alle voorbesprekingen en discussies, die over dit onderwerp
zijn gevoerd. Een en ander is aldus bijeen gebracht in het onderhavige
voorstel. Daarnaast wordt een bedrag genoemd, dat burgemeester en wet
houders menen beschikbaar te moeten stellen voor het muziekonderwijs. Ge
noemde 80.000, moet voorshands als het maximum worden aangemerkt voor
de komende jaren.
Mevrouw Faber merkt op, dat wel nagegaan zou kunnen worden hoe vaak
in deze en in andere ruimten aL niet gesproken is over het muziekonderwijs
m onze gemeente. Het is bepaald ook niet een gemakkelijke beslissing. Er
komen vragen naar voren, zoals: "heeft de lokale overheid een taak op dit
terrein van het welzijn en zo ja, op welke groep moet men zich dan
richten, en waar ligt daar bij de grens". Daarna komt de afweging van het
muziekonderwijs in het totale welzijnsplaatje. Welke plaats neemt het
daarbij in, zowel inhoudelijk als financieel gezien.
In februari jl. is hierover door de raad een uitspraak gedaan. In
principe heeft de raad zich toen uitgesproken voor het aangaan van een ge
meenschappelijke regeling met de gemeente Leeuwarden, waarin de klemtoon
werd gelegd op het a.m.v.-onderwijs en de zogenaamde groepslessen.
Daarnaast resteerde nog een kleine ruimte voor individuele lessen
voor leerlingen tot 18 jaar. Wanneer men het overzicht van het muziek
instituut nagaat, dan zijn deze prioriteiten terug te vinden. In deze op
zet zit begrijpelijkerwijs een groei. Na de a.m.v. lessen in 1983 wordt
een begin gemaakt met groepslessen en groeit het aantal kinderen van 103
naar 190. Tal van onzekere factoren spelen een rol. Spreekster vraagt zich
a± of het waa^ gemaakt kan worden om te beginnen met 6 groepen a.m.v.-
lessen. Indien men de opgaven van dit ogenblik nagaat, dan heeft haar
fractie daar zijn twijfels over. Hoewel de werving nog niet optimaal is
geweest, vraagt zij zich af, of nog eens 8 groepen a.m.v.-lessen in 1984
haalbaar zijn. Het vervolg zou zijn, dat er ook voor groepslessen minder
leerlingen zouden zijn. Andere onzekere factoren zijn de komende gemeen
telijke herindeling en de financiële positie van de gemeente.
Onder punt c van het voorstel stelt het college, dat beslist niet
van het bedrag van 80.000,— mag worden afgeweken in de toekomst.