De heer Knossen merkt op, dat hij na de vorige spreker eigenlijk niets
meer durft te zeggen. Als hij de heer Van der Goot heeft beluisterd, dan
moet hij wel stellen: hij heeft het duidelijk gezegd in de februari-ver-
gadering. Spreker moet dan echter wel concluderen, dat of hij zelf heeft
er niets van begrepen of de heer Van der Goot niet. Hij hoopt straks van de
voorzitter te vernemen wie de stukken wel en wie ze niet heeft begrepen.
Spreker voelt meer voor het voorstel, zoals mevrouw Faber dat gelan
ceerd neeft. De juiste tekst van haar voorstel zal hij straks graag eens
willen beluisteren, met name dat gedeelte wat betrekking heeft op de om
standigheid, wanneer er te weinig deelname zou zijn. Hierover bestaat
volgens hem nog enig misverstand.
Spreker staat op het standpunt, dat nu in februari jl. terzake een
principe-besluit is genomen, waarbij A is gezegd, thans ook B moet worden
gezegd. Doet men dit niet, dan is men op de verkeerde weg. Daar komt nog
13, dat een jaarlijkse bijstelling mogelijk is. Hierbij wijst hij op de
jaarlijkse vaststelling van het vakkenpakket.
Spreker vindt, dat aan deze lijn moet worden vastgehouden. Mevrouw
Faber heeft daarbij gesteld, dat, wanneer op deze wijze een overeenkomst
met Leeuwarden wordt gesloten, een en ander voor onze gemeente wel mee zal
valleno
Ook indien dit laatste niet het geval zou zijn, dan nog is spreker
van mening, dat wanneer men A heeft gezegd men ook B moet zeggen in dit
geval. De proef voor 3 jaar wil spreker dan ook bepaald wel nemen.
De heer De Wolf zegt, dat in de februari-vergadering over deze mate
rie is gesproken, waarbij echter wel enkele randvoorwaarden zijn gesteld.
Spreker heeft de indruk, dat er van die randvoorwaarden niet zo bar
veel terecht gekomen is. Het voorstel dat thans ter tafel ligt, beschouwt
13 zelf eigenlijk een beetje als een kwestie van: je zult wel moeten.
Anders is hier straks geen sprake meer van muziekonderwijs.
Spreker vindt dat een vervelende basis om een besluit te nemen. Toch
heeft spreker het gevoel, dat je niet veel anders kunt, omdat je anders
de hele zaak in de hobbel stuurt. Desalniettemin zijn er een paar punten,
waarover de heer De Wolf nog graag iets wil zeggen."
In de eerste plaats wil spreker graag weten hoe groot het risico is,
voor de muzieklessen in onze dorpen, wanneer er op zeker ogenblik vrij
willekeurig wordt besloten over het aantal leerlingen, dat ter plaatse
aanwezig moet zijn.
Zijn daar vaste normen voor, zodat je kunt zeggen, wanneer er 6 be
angstellenden voor dat vak zijn, kun je er ook op rekenen, dat er in
Grouw, of in Varga of in Wartena les wordt gegeven. Of is dat een punt
van discussie? Op de tweede plaats zegt spreker, dat één van de zaken,
waaraan hij in dit verband steeds veel belang heeft gehecht en nog hecht
is, dat het mogelijk moet zijn ook voor leerlingen boven de 13 jaar
muziekonderwijs te ontvangen. Voorzover spreker op de hoogte is van deze
zaken, is het zo langzamerhand zo, dat het heel erg moeilijk wordt, om
ui en een dergelijk instituut om nog muziekonderwijs te ontvangen
In Leeuwarden is de regeling deze, dat ieder, ongeacht zijn leeftijd
muzie-on erwijs bij dit muziekinstituut kan krijgen. Wel kan het zijn,
dat de vergoedingskosten, die daarvoor gevraagd worden, enigszins afhanke
lijk zijn van het inkomen.