COMMISSIE VOOR ADMINISTRATIEF BEROEP
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 12 januari 1983.
Tegen het besluit van burgemeester en wethouders van Idaarderadeel
van 1 november 1982 tot het weigeren van een vergunning aan de heer
TjBrouwer te Roordahuizum voor de bouw van een windgenerator op
het erf van zijn woning aan de Overijsselsestraatweg te Roordahuizum,
is door de heer Brouwer een beroepschrift ingediend. Het beroepschrift
is ingediend binnen de daartoe gestelde termijn, zodat de heer Brouwer
in zijn beroep ontvankelijk is.
Genoemd beroepschrift is onze Commissie ter hand gesteld. Wij hebben
de heer Brouwer in de gelegenheid gesteld zijn bezwaren nader toe
te lichten tijdens een door ons gehouden hoorzitting op 12 januari
1983. De heer Brouwer heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.
Omtrent de inhoud van de toelichting volstaan wij met te verwijzen
naar het proces-verbaal van de hoorzitting, waarvan een copie voor
u bij de raadsstukken ter inzage ligt. Na het beraad, volgend op
de hoorzitting, is de Commissie tot onderstaand advies gekomen.
Het besluit van burgemeester en wethouders van 1 november 1982 wordt
gedragen door de motivering, dat realisering van het ingediende bouwplan
in strijd is met het vigerende bestemmingsplan Kern Roordahuizum
op grond van overschrijding van de maximaal toegestane hoogte van
bouwwerken. Op grond van artikel 48, lid 1, van de Woningwet dient
dan de vergunning te worden geweigerd.
Gelet op de voorschriften van het bestemmingsplan kunnen wij tot
geen andere conclusie komen dan dat de bouwvergunning terecht door
burgemeester en wethouders is geweigerd.
Wij stellen u voor het beroepschrift ongegrond te verklaren en spreken
daarmee uit, dat het huidige bestemmingsplan zich tegen de bouw van
een windmolen, hoger dan 5,50 meter verzet. De vraag of het bestemmings
plan niet zou moeten worden veranderd is nog onbeantwoord. Wij hebben
het college van burgemeester en wethouders de suggestie gedaan dit
nader te bezien, omdat in de door de raad in de vergadering van 21
december 1982 vastgestelde "notitie windenergie" wordt uitgesproken,
dat de bouw van windmolens bij de dorpen in bepaalde gevallen mogelijk
moet worden gemaakt, met name aan de randen van de bebouwing.
Het is niet ondenkbeeldig, dat de bouwaanvraag niet in strijd is
met de "notitie windenergie", zodat tot een bestemmingsplanwijziging
kan worden overgegaan.
De Commissie voornoemd,
w.g. mevrouw A. Dekker-van Schaik.
w.g. de heer G. Bouma.
w.g. de heer R. Koopmans.