- 21 -
Mevrouw Dekker wil nog even terugkomen op vraag I. 6 woningtoewijzing.
Zij stelt dat de heer De Wolf gelijk heeft als hij zegt dat er formeel niets
kan worden afgedwongen. In een gesprek van een aantal leden van de eerste
afdeling met de woningbouwvereniging is duidelijk naar voren gekomen dat de woning
bouwvereniging er niets voor voelt de gemeente in het toewijzingsbeleid te betrekken.
Wat misschien nog wel een mogelijkheid van nadere bespreking met de woningbouwver
eniging zou kunnen zijn, is dat de samenstelling van de woningverdeelcommissies
anders tot zou komen b.v. zoals aangegeven in de memorie van antwoord of bij de
verdeling van de woningen werken met een puntensysteem dat door andere verenigingen
ook wel gebruikt wordt. Het lijkt .spreekster toe dat er op moet blijven worden
aangedrongen dat de gemeente in de woningverdeling medezeggenschap krijgt
gezien de verantwoordelijkheid voor de volkshuisvesting.
De hear Van der Goot heart frjemd op dat mar in part fan de earste
ofdieling utnoege wie foar in petear.
Alles wat krap is, sa seit sprekker, en dat tawiisd wurde moat,.sil
altyd krityk op komme. In belied fan tawizing (yn dit gefal wenten) moat
nei de befolking ta in dudlik belied wêze. It liket sprekker ta dat it foar
de driuwende gefallen goed is, dat der yn de wenningtawizingskommisje de
medyske en de sosiale kant fertsjintwurdige binne om mei de mjitte fan
driuwend wezen fêst te stellen. Dit moat fansels yn goed oerlis mei de
wenningbouferiening en miskien kin der noch in petear komme mei alle leden
fan de earste ofdieling.
De hear Knossen hat it idee dat it unnocht tusken de wenningbouferiening
en it gemeentebestjoer him ta skerpt op de wenningtawizingskommisjemar
hy wie net by it petear mei de wenningbouferiening. It liket him ta, dat
de measte problemen te witen binne oan de troch de wenningtawizingskommisje
hantearre_regelsHy kriget ek de yndruk dat dêroer nei buten ta tige
heimsinnich dien wurdt troch dy kommisje. It liket him better ta dat de
hierders witte oan hokker easken hja foldwaan moatte om foar in bepaald
type hüs yn oanmerking te kommen. Dat foar eltsenien it algemiene belied
düdlik wêze moat, fynt sprekker in doel om nei te stribjen.
De voorzitter zegt dat de volkshuisvesting de laatste tijd veel aan
dacht heeft gehad. Het lijkt het college toe, dat de verantwoordelijkheid
hiervoor niet ophoudt bij het verstrekken van gemeenschapsgelden maar dat
de gemeenschap ook een stem heeft in de verdeling van het schaarse goed
"wonen". Er is met de woningbouwvereniging al ongeveer 2 a 2j jaar overleg
gaande, waarbij de gemeente aandringt op inspraak bij de verdeling van de
beschikbare woningen. Dat is altijd door de woningbouwvereniging afgewezen
op grond van de stelling dat enerzijds de woonruimtewet 194-7 is afgeschaft
en dat daarmee dus een eind is gekomen aan de invloed van de gemeente en
anderzijds dat zij eigenaar is van de woningen en dus beslist over de ver
huur ervan. Die opstelling vond' en vindt het college jammer en daarom is
er eens op papier gezet hoe er van gemeentewege over gedacht werd, om daar
dan met de woningbouwvereniging over te discussiëren. Die notitie is onge
veer I5 jaar geleden naar de woningbouwvereniging verstuurd en de enige
reactie die er op gekomen is, is dat de notitie bestudeerd wordt. Dan kan
men dat verder natuurlijk laten rusten, maar zo zegt spreker, het college
is van oordeel dat de raad als geld, besch'ikbaarstellende instantie, niet
alleen recht heeft op inzicht in de bouw van de woningen, maar ook in de
verhuur ervan.
Als, zoals door de heer De Wolf gesteld wordt, men lid kan worden van
de woningbouwvereniging en op die manier inspraak heeft en blijkt dat van de
ongeveer 2200 a 2300 huurders van woningen maar 5% lid is, kan men zeggen dat
er geen behoefte aan inspraak is. Maar ook aan het systeem waarin dat gebeurt
gebeurt mankeert iets. Om als doorslaggevend criterium te gebruiken dat
er geen behoefte aan inspraak is gaat spreker veel te ver. De gemeente
heeft ook eigendommen waar anderen dan de eigenaar een uitspraak over
kunnen doen.
