7. Voorstel tot vaststelling van een gebied als bedoeld in arti- grondverkeer Nr. 164. Aan de gemeenteraad. Grouw, 4 februari 1983. Bij besluit van 16 februari 1982 heeft uw raad besloten te verklaren dat in bepaalde gebieden van de gemeente uitsluitend of nagenoeg uitsluit* onroerend goed is gelegen, dat duurzaam voor andere dan landbouwkundige doeleinden wordt gebruikt, dan wel onroerend goed dat niet als natuurter rein dient te worden aangemerkt. Het betreft hier een verklaring als bedoeld in artikel 3 van de Wet agrarisch grondverkeer. Deze wet beoogt door middel van een toetsing bij de vervreemding van land (landbouwgronden en natuurterreinen) een evenwichtige prijsont wikkeling van deze gronden te bevorderen door berperking van het aantal gegadigden. Daarnaast biedt de wet onder andere de mogelijkheid tot het instellen van een voorkeursrecht ten behoeve van het bureau beheer landbouwgronden. Om het beoogde doel van prijsbeheersing te bereiken schrijft de wet voor dat overeenkomsten tot vervreemding (eigendomsoverdracht en vestiging zakelijke rechten) van land de goedkeuring behoeven van de grondkamer. Zonder deze goedkeuring vindt geen overschrijving van de overeenkomst in de openbare registers plaats, hetgeen betekent dat geen levering kan plaats vinden. Indien uit een verklaring van de notaris onder de akte blijkt, dat voldaan is aan het bij of krachtens de wet bepaalde vindt overschrijving plaats Voor land betekent deze verklaring van de notaris dat de overeenkomst tot vervreemding door de grondkamer is goedgekeurd. Zodanige goedkeuring wordt verkregen indien voldaan is aan de vereisten van de landbouwkundige toetsing. Voor onroerend goed, niet zijnde land, houdt de verklaring van de notaris in dat: a. de grondkamer een niet-land verklaring heeft afgegeven dan wel b. dat het onroerend goed is gelegen in een op grond van artikel 3 van de wet omschreven gebied. Ter vermijding van het doorlopen van de procedure, onder a, in geval de overeenkomst betrekking heeft op onroerende goederen, gelegen in gebieden, waarvan vaststaat, dat zich daarin geen of nagenoeg geen landbouwgronden dan wel natuurterreinen bevinden (doorgaans de bebouwde dorpsgebieden) voorziet artikel 3 van de wet in een regeling. Deze regeling heeft een tweeledig doel. Enerzijds de beperking van de afgifte van niet-land verklaringen door de grondkamer en anderzijds koper en verkoper van onroerend goed, dat geen land is, een extra administratieve procedure te besparen. GEMEENTE IDAARDERADEEL kel 3 van de Wet agrarisch

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1983 | | pagina 55