3. In het op 2 december 1982 ingekomen bezwaarschrift vraagt het P.E.B. de bestemmingsplanvoorschriften zodanig te wijzigen dat lichtmasten met een hoogte van 8 meter kunnen worden geplaatst. In de huidige redactie van de voorschriften is een hoogte van maximaal 5.50 meter toegestaan. Wij zijn van mening dat in het plangebied met lichtmasten tot een maximum van 5.50 meter kan worden volstaan. De lichtmasten met een hoogte van 8 meter, welke aan de Haedstrjitte geplaatst zouden kunnen worden, vallen buiten het plangebied terwijl wij een dergelijke hoogte voor lichtmasten binnen het plangebied (langs niet-doorgaande wegen en woonstraten) niet wenselijk achten. Gezien het vorenstaande stellen wij u voor dit bezwaarschrift ongegrond te verklaren. De bestemmingsplanvoorschriften behoeven naar onze mening enkele aanpassingen. Op grond van artikel 5 lid 2 onder D mag de goothoogte van de eengezinshuizen (bebouwingsklasse E20-D) niet minder dan 3.50 meter en niet meer dan 5.50 meter bedragen. Het betreft hier een bebouwingsklasse voor vrijstaande woningen of twee-onder één kap-woningen. De minimale goothoogte van 3.50 legt naar onze mening een te grote beperking op voor degenen die ter plaatse een vrijstaande woning (bijvoorbeeld een bungalow) wensen te bouwen. Wij stellen u dan ook voor artikel 5 lid 2 onder d te wijzigen in: "de goothoogte van de eengezinshuizen mag niet minder dan 2 en niet meer dan 5 meter bedragen"Het terugbrengen van de maximale goothoogte van 5.50 meter naar 5 meter vindt zijn oorzaak in het feit dat in artikel 2 lid 2 onder e van de bestemmingsvoorschriften voor eengezins woningen in zijn algemeenheid een maximum van 5 meter is aangehouden. Artikel 10 van de bestemmingsvoorschriften betreffende bedrijfsdoelein den sluit voor de aangewezen gronden de uitoefening van detailhandel uit voor die goederen die niet ter plaatse zijn vervaardigd, bewerkt of hersteld. Wij achten het wenselijk dat op bedoelde gronden ook "gewone" detail handel kan worden uitgeoefend. Om greep te houden op eventuele toe komstige ontwikkelingen ter plaatse dient een mogelijkheid tot uitoefe ning van detailhandel middels een vrijstellingsbepaling te worden ingevoerd. Wij stellen u voor aan artikel 10 lid 4 een sub d toe te voegen luidende: "het bepaalde in lid 1 en lid 3 voor de uitoefening van detailhandel in andere goederen dan levensmiddelen, mits een en ander in overeenstemming is met een uitgesproken beleidsstandpunt van het college van burgemeester en wethouders bijvoorbeeld op basis van een beperkt distributie planologisch onderzoek of andere vergelijk bare onderzoeken" Aangezien het benzinestation aan de Haedstrjitte zoals dat op de plankaart is aangegeven niet meer functioneert kan de als benzinestation aangewezen gronden de bestemming erf krijgen. Hierdoor komt artikel 12 van de bestemmingsvoorschriften te vervallen. Wij stellen u voor bedoelde gronden de bestemming erf te geven en te besluiten dat artikel 12 van de bestemmingsvoorschriften komt te vervallen. Op grond van artikel 13 en de plankaart betreffende de ijsbaan is het niet mogelijk elders dan op de plankaart aangegeven bebouwing op te richten. Omdat wij ons kunnen voorstellen dat het wenselijk kan zijn elders op het ijsbaanterrein dan thans toegestaan een gebouwtje op te richten (bijvoorbeeld clubgebouwtje) wensen wij genoemd verbod iets in te perken.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1983 | | pagina 68