- 4 -
Daarbij kunnen de navolgende aspecten naar voren worden gebracht:
- de verkeersdruk op een groot deel van de Stationsweg kan worden
verminderd van gemiddeld 5800 m.v.t./etm. tot 2700 m.v.t./etm.
(beide geprognotiseerd voor 1995)
- het incüstrieel verkeer kan een goede en rechtstreekse verbinding
worden geboden met het boven - lokale wegennet zonder daarbij
het lokale wegennet Stationsweg/J.W. de Visserwei) te belasten
- dit geldt in beperkte mate ook voor het recreatieve verkeer met
bestemming het gebied rond de Garde Jagerswei (jachthaven, recreatie
oord ed.
- ruimtelijk gezien kan een meer gunstige situatie ontstaan rond
de sporthal (minder verkeer) en het zicht op het westelijk van
Grouw gelegen gebied (uitzicht in de richting Irnsum; dit laatste
wordt in voornoemde studie bepleit middels een verlaagde ligging
van RW 32 ter plaatse van de Stationsweg
ook het eventueel te realiseren woongebied ten noorden van de
Rjochte Grou (en direct westelijk van de 3e jachthaven) kan via
het eerdergenoemde nieuwe aansluitpunt op RW 32 een goede bovenlokale
wegverbinding worden geboden; deze situatie speelt overigens pas
in het begin van de jaren 2000.
In hoeverre vorenbeschrevene past in de visie van de provincie met
betrekking tot de "eenvoudige" uitvoering van RW 32 kan op dit moment
(nog) niet geheel worden overzien.
Met name de in de Hofstra-studie bepleitte verdiepte ligging van
de rijksweg t.p.v. de Stationsweg kan strijdig zijn met de wens,
om RW 32 op een "goedkopere" manier om te bouwen tot auto(snel)weg.
Overigens zal de situatie in de directe omgeving van Grouw voor
wat betreft de uitbouw van de RW 32 tot auto (snel) weg zo wie zo
extra kosten met zich mee brengen.
De brug over het Prinses Margrietkanaal zal moeten worden verdubbelt
waarbij ook de verruiming van de doorvaartmogelijkheden aan de orde
zal moeten komen (tweede klap of vergroting van de doorvaarthoogte
Al met al kan worden geconcludeerd, dat de situatie niet eenvoudig
is. Desondanks zijn wij van mening dat, met name de zo belangrijke
noordelijke aansluiting past binnen de provinciale visie zoals die
in het het P.V.V.P. wordt beschreven. Overleg zal noodzakelijk zijn.
Met de Hofstra-studie en onze reactie op het P.V.V.P. geven wij
een voorstart in deze zo belangrijke materie.
Wij stellen dan ook voor om in de reactie op de P.V.V.P. ook ons
standpunt kenbaar te maken ten aanzien van RW 32 en de ruimtelijke
situatie van Grouw.
Daarmee geven we ook een indicatie van ons standpunt met betrekking
tot het afronden van de structuurschets.
Wij zijn van mening, dat door de Hofstra studie de belangrijk
ste elementen uit de structuurvisie op het toekomstig ruimtelijk
gebeuren zijn verwoord.
De tweede (onder b) genoemde ontwikkeling heeft betrekking op eenzelfde
situatie en wel voor de provinciale weg S5 tussen Leeuwarden en
Drachten. Deze aan de rand van de gemeente gelegen wegverbinding
en de plannen daarmee hebben géén directe consequenties voor onze
gemeente.