De mededelingen genoemd onder 7 t/m 9 worden voor kennisgeving aangenomen.
Voorstel tot vaststelling van een notitie met betrekking tot het gemeente
lijk milieubeleid.
Mevrouw Dekker ziet de notitie als een aanzet om tot een goed milieubeleid
te komen. Een goed milieubeleid valt of staat met de medewerking van de
burgers die daarbij betrokken zijn. Hieraan is in de notitie wel aandacht
gegeven, maar bij de conclusies vindt spreekster daar weinig van terug.
Spreekster vraagt hoe het college denkt de voorlichting, genoemd in de aan
bevelingen en conclusies te verzorgen.
Verder vraagt zij of het college van de aanbieding van de pas opgerichte
werkgroep natuur en milieubeheer in de gemeente Idaarderadeel gebruik zal
maken. Deze werkgroep wil graag meedoen aan het milieubeleid zoals dat in
de notitie is weergegeven.
Mefrou Faber seit dat har fraksje it in hiele düdlike notysje fün. Hja kin
har hielendal fine yn de doelstellings en de ütgongspuntenDat oan milieu
bewust halden en dragen in mentaliteitsferoaring foaröf giet komt ek goed
ta utering yn de notysje. Yn de gemeente wurdt al op ferskate wizen wurke
oan milieubewust halden en dragen, b.g. de glêsbollen, de ütwurking foar
de kompostearring, it meiwurkjen oan in eksperimint foar wynenerzjy. Dêrom
fynt sprekster de iene konklüzje wat meager. Dêryn wurdt allinnich praat
oer foarljochting. Har fraksje wol fierder gean en stelt dêrom üt om njonken
de foarljochting de oare trije punten sa't dy op side 45 neamd binne
(bevordering van de bewustwording, samenspraak, participatie) ek op te nimmen
op side 46 ünder de "aanbevelingen en conclusies".
De hear Terpstra freget nei oanlieding fan de konklüzje op side 47 ünder VII,
punt 3, oft dat hiel wat oars is as wat der ferline jier besluten is om yn
gearwurking mei de Lüdmjittsjinst fan de Regio Fryslan-Noard te dwaan of
is it it doel om dy gearwurking nochris op'e nij te besjen.
De heer De Wolf vindt de notitie zo goed dat hij - wat overigens ongebruike
lijk is, omdat het college verantwoordelijk is - toch een compliment wil
geven aan de heer Waterlander, de schrijver van de notitie. Het machteloze
gevoel waarover in de notitie gesproken wordt, spreekt hem bijzonder aan.
Dat gevoel komt sterk naar voren als er sprake is van b.v. zure regen of
vervuiling van de Rijn. Als burger kun je daar zo weinig aan doen.
De reden lijkt hem de grote bevolkingsdichtheid en het feit dat er zo moei
lijk besloten kan worden welke maatregelen er genomen moeten worden om
aan de grote milieuverontreiniging wat te doen. Dat kost nl. geld en welvaart.
Maar de burger wil vanuit zijn machteloosheid toch iets doen en dan dreigt
er dat er meer aandacht aan kleine dan aan belangrijke zaken besteed wordt.
Volgens spreker moet er naar gestreefd worden de kleine zaken in ere te
houden, de grote na te streven, maar te vermijden pietluttig te worden.
Op pag. 19 wordt gesproken over een vooroverleg om te voorkomen dat de in
de wet gestelde termijnen worden overschreden. Aan de termijnen is toch
nog één ontsnappingsmogelijkheid verbonden, nl. in het vooroverleg stellen
dat de aanvraag niet ontvankelijk is omdat hij niet duidelijk genoeg is, of
omdat er iets aan ontbreekt. Op die manier kan de procedure toch weer zo
lang mogelijk gemaakt worden. Spreker vraagt daarom te proberen het voor
overleg zo kort mogelijk te houden.
De wet geluidhinder komt in deze notitie ook uitgebreid aan de orde. Er
wordt over opgemerkt dat deze wet de gemeenten voor een scala van problemen
stelt. Er zijn allerlei voorschriften over de toegestane geluidsterkte in
verschillende woonsituaties. Het geluid wordt gemeten met een moeilijke meet
eenheid nl. dB(A)Elke keer als er drie bij komen is de geluidsterkte ver
dubbeld. Spreker heeft een geluidmeter meegenomen en vanaf het moment dat