- 2 - Om aan deze rechtsongelijkheid een einde te maken bestaan er twee mogelijkheden. 1. De verordening wordt consequent en goed uitgevoerd. 2. De verordening wordt afgeschaft. Tegen mogelijkheid 1 bestaande volgende bezwaren: a. de mankracht ontbreekt om de verordening goed uit te voeren; b. bij beschikbaarstelling van die mankracht staat de geleverde inspanning en de kosten daarvan in geen verhouding tot de opbrengsten. Voor mogelijkheid 2 bestaan de volgende argumenten: a. er wordt rechtsgelijkheid op dit gebied geschapen ten kosten van een betrekkelijk klein bedrag (gezien in het licht van directe opbrengsten) b. ambtenaren kunnen gedeeltelijk worden vrijgemaakt om zich met andere (lees belangrijkere) zaken te kunnen bezighouden (vooral met het oog op de extra werkzaamheden welke de herindeling met zich mee brengt) c. aangezien de kosten hoger zijn dan de opbrengsten is sprake van een (theoretische) besparing; d. na de herindeling bestaan dan geen verschillende verordeningen (behalve de nu reeds sluimerende verordening van Utingeradeel e. afschaffing van de verordening past in het kader van een na te streven deregulering. Uit het bovenstaande moge blijken dat wij om genoemde redenen intrekking van de thans geldende precario-verordening wenselijk achten. Wij stellen u voor te besluiten tot intrekking van de verordening op de heffing van precariorechten met ingang van 1 januari 1983 conform het voor u bij de raadsstukken ter inzage liggende ontwerp-besluit. Burgemeester en wethouders der gemeente Idaarderadeel de secretaris, de burgemeester, P.H. Starreveld. B.G. Holtrop.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1983 | | pagina 37