- 11 -
21Voorstel om in te stemmen met de door de Regio Friesland-Noord te geven reactie
op het ontwerp Sociaal Economisch Beleidsplan Friesland 1983 - 1987.
De heer De Wolf vindt het ontwerp Sociaal Economisch Beleidsplan alleen al
interessant, omdat men er allerlei statistische gegevens in kan vinden, die
ook in het statistisch jaarboek staan. Er staat onder andere in dat Friesland
een gemiddeld inkomen per hoofd heeft, dat ruim tien procent onder het lande
lijk gemiddelde ligt. Ook vindt men erin dat het werkloosheidspercentage be
hoort tot de hoogste van Nederland.
Friesland had al een "Streekplan", dat zich vooral kenmerkt door de vele be
perkingen op de ontwikkelingsmogelijkheden van de twee natuurlijke bronnen
van bestaan, die wij hier hebben, nl. de landbouw en de waterrecreatie.
En nu ligt er dan ook een ontwerp voor een sociaal-economisch beleidsplan van
de provincie. Het lijkt vanzelfsprekend, dat alle bestuurlijk handelen sociaal,
dat wil zeggen op mensen gericht is, en tegelijkertijd economisch gefundeerd is,
anders is het niet realistisch. Alle andere aspecten zoals ruimtelijke, culturele
of milieuhygiënische, hoe belangrijk ook, zijn daarvan afgeleid.
Het is dan ook verheugend te konstateren dat de provincie tot het inzicht lijkt
te komen dat zij aan de sociaal-economische aspecten van haar beleid een groter
gewicht moet gaan toekennen (pag. 71)Dit is een hele vooruitgang ten opzichte
van de benadering die aan het Streekplan ten grondslag lag. Daarbij zijn immers
in de "Afweging" de sociale en economische effecten te zeer verwaarloosd. Ner
gens bleek hoe zwaar de gevolgen van de vele beperkingen op Frieslands burgers
drukken in de vorm van extra werkloosheid en lager inkomen. Daardoor kon ook
het Streekplan een sterke gelijkenis krijgen met een beleidsplan voor een na
tuur- en cultuurhistorisch museum.
Ook in onze gemeente hebben we daar mee te maken. De provincie meent ten onrechte
op grond van ons ontwerp bestemmingsplan buitengebied nu nog extra beperkingen
te kunnen leggen op honderden hectares goede landbouwgrond. Dit gaat Friesland
tientallen arbeidsplaatsen kosten, vooral in de afgeleide sfeer. Ook op de toch
al kleine ruimte die we zagen voor de ontwikkeling van het watertoerisme wordt
door de Provinciale Planologische Dienst vakkundig, met de Streekplan-bijbel
in de hand, een domper gezet. Als we het menen met de werkgelegenheid, zullen
we ons als laagste overheid met alle kracht moeten verzetten tegen deze nega
tieve bemoeienissen van boven af. Ook zullen we ons eigen bestemmingsplan, in
ontwerp, nog eens kritisch moeten nalopen op niet strikt noodzakelijke beper
kingen en hun mogelijke negatieve sociale en economische gevolgen.
Helaas geeft het Sociaal Economisch Beleidsplan van de provincie niet de indruk
veel aan die situatie te willen veranderen. Nergens blijkt duidelijk de wil tot
ombuiging van het voornamelijk conserverende beleid. Het blijft allemaal veel
te afstandelijk, te weinig betrokken. Waar gesteld wordt, dat het beleid zal
worden gericht op het beter uitbuiten van de mogelijkheden die Friesland biedt,
wordt vervolgd met "In dit verband kan worden gedacht aan de landbouw, de
landbouwverwerkende industrie en het toerisme Terwijl men, onder de
huidige omstandigheden, zou verwachten: "In dit verband zal de verdere ont
wikkeling van landbouw en toerisme en de daarmee samenhangende activiteiten
met kracht worden gestimuleerd.".
Er is ook kennelijk te weinig kennis van wat er in de Friese economie omgaat.
In 1981 is aan het Landbouw Economisch Instituut en het Economisch Technologisch
Instituut Friesland opdracht gegeven een onderzoek in te stellen naar de econo
mische betekenis van de agrarische bedrijfstak, en deze studie is helaas nog
steeds niet gereed. Gelukkig weten we uit de Streekplan-discussies nog, dat elke
vier hectare Friese landbouwgrond goed is voor een arbeidsplaats.
Ook aan toerisme en openluchtrecreatie wordt weer een studie gewijd, nu onder
de naam "TROP" (Toeristisch Recreatief Ontwikkelingsplan)maar direct al voor
zien van allerlei randvoorwaarden, en in afwachting van het resultaat worden de
beperkingen verder verzwaard. De laatste vondst zijn verboden op het "toeristisch"
aanleggen van boten, een nieuwtje in onze provincie. Toeristisch aanleggen is
het aanleggen om b.v. te overnachten, te winkelen, een eindje te wandelen, te
vissen, te eten. Dit te onderscheiden van het innemen van een (vaste) ligplaats