herindeling netjes te klaren. Het is tenslotte de provincie die de gemeenten
met de herindeling heeft opgescheept; de gemeenten hebben er niet om gevraagd.
Spreker geeft het college daarom graag in overweging dit bij de provincie voor
te stellen. Het zou een kleine compensatie zijn voor de ellende die de herinde
ling de gemeenten bezorgt.
De voorzitter zegt dat er door de heer De Wolf twee punten naar voren zijn
gebracht. In de eerste plaats, dat de provincie zich krachtiger moet uitspreken
over het sociaal-economisch beleid met betrekking tot Friesland, en niet alleen
in de sfeer van "denken aan", "mogelijk zijn" en "wensen" maar in de geest
van "uitvoeren" en "eisen". In de tweede plaats dat er ambtenaren, die naar de
mening van de heer De Wolf overtollig zijn, aan de gemeenten worden uitgeleend
voor het realiseren van de herindeling.
De suggestie die de heer De Wolf in zijn "tien geboden" naar voren brengt is
het wegen van de belangen die in het geding zijn, volgens spreker.
Men is geneigd om bij het bespreken van een probleem als de werkgelegenheid de
dingen die niet direct ter zake doen, aan de kant te schuiven onder het mom
dat die alleen maar hinderen. Dat is natuurlijk een probleem van zo'n buiten
gewoon gevoelig onderwerp, dat de zaken tegen elkaar moeten worden afgewogen.
Een munitiefabriek zou b.v. in de kom van Grouw niet geaccepteerd worden, maar
daarmee zouden dan wel aan de werkgelegenheid beperkingen worden opgelegd.
Voor de landbouw zijn dit soort situaties ook denkbaar, waarbij het dan gaat
om het wegen van de verschillende belangen. In een aantal gevallen zal de land
bouw uit een oogpunt van werkgelegenheid wel te weinig aandacht gekregen hebben
en het is dan aan de gemeente om in de plannen voor met name het buitengebied
bijzonder veel aandacht aan dit aspect te schenken. Daarmee komt dan een ander
probleem van de provincie naar voren. De gemeenten doen het werk "in het veld"
en niet de provincie. De provincie heeft altijd een coördinerende en bemiddelende
taak gehad en nooit een "doe"-taak. De provincie kent daarom de voetangels en
klemmen van het werk "in het veld" niet. Het is wel gemakkelijk om van achter
een bureau een aardig verhaal te schrijven maar de uitvoering in de praktijk
wordt wel altijd anders. Spreker is van mening dat deze toon in de reactie van
de Regio wel wat scherper gesteld kan worden. Het is goed om de provincie duide
lijk te maken dat de pijn niet daar maar bij de gemeenten wordt gevoeld. De ge
meenten worden met de werklozen geconfronteerd en niet de provincie, en om dat
als mensen van de praktijk, nog eens aan de provincie duidelijk te maken lijkt
spreker niet verkeerd. Aan de wensen en de regels van de provincie zitten vaak
meer kanten dan de provincie ons wil doen geloven. Dat houdt dan niet meteen
in - wat de heer De Wolf ook niet gelooft - dat de P.P.D. dan maar moet worden
opgeheven. Wel zitten daar de meer theoretisch gerichte mensen, die niet de
praktijk kennen van de brandende zon in het hete middaguur. Spreker betwijfelt
of dat dan meteen een reden moet zijn om die theoretische mensen naar de gemeenten
te halen voor het realiseren van de herindeling. Hij is bang dat de gemeenten
dan van de regen in de drup geraken. Verder is hij er niet zeker van dat het
college van G.S. net zo denkt over de overbodigheid van de provinciale ambte
naren als hier wordt gedaan. Het verslag van deze vergadering zal ongetwijfeld
onder ogen komen van het college van G.S. en de ambtenaren, die met de voorbe
reiding belast zijn, zullen dat college wel wijzen op de suggesties die hier
naar voren zijn gebracht. Misschien zien zij daar dan aanleiding in het college
te adviseren hen tijdelijk over te plaatsen naar de gemeenten en als dat snel
gebeurt kan er van deze gemeente door het mooie weer en de prachtige ligging
een wervende kracht uit gaan. Spreker is van mening dat hiermee het tweede punt
van de heer De Wolf voldoende besproken is om tot het Provinciehuis door te
dringen en een brief daarover lijkt hem dan ook wat overbodig.
Wat betreft het eerste punt lijkt het hem goed dat de Regio er nogmaals aan wordt
herinnerd en er op gewezen dat het verhaal van het sociaal-economisch beleidsplan
meer praktisch moet zijn gericht dan theoretisch onderbouwd, omdat de gemeente
meer gericht is op het verkrijgen van resultaten dan het onderbrengen in mooie
modellen, die niets opleveren. De provincie moet steeds goed in de gaten houden
dat de gemeenten geconfronteerd worden met de gevolgen van een zwak sociaal-