In de tweede plaats voelen wij er weinig voor, afgezien van de finan
ciële problemen, dat door het scheppen van speciale parkeerruimten voet
wordt gegeven aan de gedachte, dat de gemeente gehouden zou zijn voor
stallingsruimte te zorgen voor een ieder die activiteiten wenst te ont
wikkelen, welke anleiding zou kunnen geven tot ongewenste parkeerexcessen.
Naar onze mening dienen degenen, die bedoelde activiteiten scheppen, zelf
zodanige vooi zieningen te treffen, dat zij geen parkeerexcessen behoeven te
begaan.
Genoemde bezwaren zijn door alle aanwezigen onderkend. Uiteindelijk is
gesuggereerd aan het verbod in artikel 10 wat minder ruime inhoud te geven
door de werking van de verbodsbepaling te beperken tot de nacht, alsmede
tot het weekend. Met een dergelijke wijziging van de redactie zou de
rechter wel uit de voeten kunnen. Tegen opneming van deze beperking hebben
wij geen bezwaar.
Voorts is gepleit voor het laten vervallen van de zinsnede in het eerste
lid van artikel 10 "dan wel een voertuig dat is voorzien van een aan
duiding van commerciële reclame", omdat onder dit verbod ook elke kleine
bestelwagen zou vallen. Wij hebben hier evenmin bezwaar tegen.
Samenvattend stellen wij u dan ook voor artikel 10 van de verordening
als bovenomschreven te wijzigen en daartoe het bij de stukken voor u ter
inzage liggende concept-besluit vast te stellen.
Burgemeester en wethouders der gemeente Idaarderadeel
de secretaris, de burgemeester,
P.H. Starreveld. B.G. Holtrop.