- 11 -
En wel in die zin dat in een randstedelijk bedrijf wel overheids
geld gestoken kan worden en in een bedrijf als Halbertsma niet,
omdat de overheid het dan concurrentievervalsing vindt. In
dat verband vindt hij dat dit soort steun toch meer op de weg
van het rijk ligt, dan de gemeente. De kamerleden Faber en
Zijlstra hebben zich beperkt tot het stellen van vragen aan
de staatssecretaris en dat verbaast spreker enigszins. Hij
vraagt zich af waarom zij niet een motie hebben ingediend om
de regering te dwingen tot steun. Hij denkt dat zij wel een
kamermeerderheid achter zich zouden hebben gekregen. Verder
lijkt hem dat het de heer Faber wel zou lukken om een paar
miljoen gulden boven tafel te krijgen, b.v. door het verkopen
van wat domeingronden.
Zoals het nu gegaan is, maakt het op spreker wat een goedkope
indruk en daarom wil hij er bij het college op aandringen,
enerzijds om de risico's voor de gemeente te verkleinen en
anderzijds om ze op die plaats te leggen waar ze horen, om
de betreffende heren nogmaals aan te spreken en hen te verzoeken
hun woorden van zorg in daden om te zetten. Zij zouden kunnen
proberen de staatssecretaris van economische zaken via de Kamer
zover te krijgen dat hij er alsnog iets aan gaat doen.
Spreker hoopt verder dat de raad in de toekomst ook voor andere
bedrijven die in problemen zouden raken, een gewillig oor heeft
en dat bij al het beleid de werkgelegenheid toch een hoge priori
teit mag hebben. Hij sluit zich ook aan bij de lof die de heer
Bouma aan het college heeft toegezwaaid. Hij staat volledig
achter dit voorstel, zij het met zorg in het hoofd, maar hoop
in het hart.
Mevrouw Van Schaik wil zich graag aansluiten bij de lof van
de vorige sprekers. Er is heel wat heen en weer gepraat voor
het voorstel ter tafel is gekomen zoals het nu is. Het risico
dat de gemeente hiermee neemt is volgens spreekster, alleszins
de moeite waard, omdat het werkloosheidspercentage in de gemeente
teruggedraaid moet worden. Misschien is het zelfs mogelijk
dat er in de toekomst weer nieuwe arbeidsplaatsen gecreëerd
kunnen worden. Zij gaat daarom accoord met het voorstel.
De hear Van der Goot giet ek akkoart mei it ütstel en hy hopet
dat it allegear sa rinne mei as it kolleezje him dat no tinkt.
De hear De Visser seit da hy hjoed noch op in bledsje fan in
deikalinder it folgjende siske lezen hat: "Als het regeer ziek
is, moet het volk aan het ziekbed zitten". Hy is dêrom bliid
dat der noch sokke goede "dokters" yn Idaarderadiel binne
en dat dy op dizze foet fierder gean meie en dat it ek noch
slagje mei.
De voorzitter zegt dat het het college verheugt dat de hele
raad zich zo achter het voorstel opstelt. Het gaat hier maar
om één onderdeel van het geheel. Het college heeft zich ingespannen
om een bijdrage te leveren aan een oplossing, maar er zijn
meer partijen bij betrokken die evenzeer nodig zijn om tot
een sluitende oplossing te komen. Ook die partijen verdienen
volgens spreker de lof en de waardering die thans aan het college
worden toegezwaaid.