11. Voorstel tot verpachting van
weiland.
GEMEENTE IDAARDERADEEL
Aan de gemeenteraad
Nr. 2323
Grouw, 9 december 1983.
De gemeente beschikt over weiland dat in beheer is bij het gemeentelijk
grondbedrijf. Jaarlijks wordt dat weiland onder goedkeuring van
de grondkamer aan diverse personen verpacht. Voor 1984 kan in totaal
ongeveer 24.50 ha weiland worden verpacht. Dit is minder dan vorig
jaar omdat sindsdien 3.86.80 ha aan de heer 0. Bouma is verkocht,
8 ha dat vorig jaar aan de heer Kaastra werd verpacht
thans niet meer aan hem zal worden verpacht aangezien hij geen
agrarisch bedrijf meer uitoefent en het in ons voornemen ligt
5.40 ha weiland (openbaar) te verkopen. Het te verkopen weiland
wordt thans nog gepacht door de heer Hellinga en gedeeltelijk door
de heer Kaastra. De voorgenomen verkoop past in het met de eerste
afdeling van uw raad besproken beleid inzake het afstoten van gronden
die de eerstkomende 10 a 15 jaar niet voor het uitvoeren van bestem
mingsplannen nodig zijn.
Het overige tot nu toe door de heer Kaastra gepachte land wensen
wij nog enige tijd in reserve te houden in verband met de nog niet
geheel duidelijke situering van de sportvelden als ook voor eventuele
compensatiedoeleinden.
Het land dat tot 1 januari 1983 aan mevrouw Burgraaff werd verpacht
24 ha) komt naar onze mening niet meer voor verpachting in aan
merking totdat de pachtkamer in het geschil tussen mevrouw Burggraaff
en de gemeente een uitspraak heeft gedaan.
Voor de gronden welke aan de heer Snoek en de maatschap Van Dijk
verpacht zullen worden is in het pachtcontract een gewijzigde opzegter
mijn (1 maand) opgenomen omdat op een gedeelte van deze gronden
een eventuele 3e jachthaven geprojecteerd is. Ook ten aanzien van
de gronden welke worden gepacht door de heer 0. Bouma is een gewijzigde
opzegtermijn van 1 maand in het pachtcontract opgenomen omdat de
mogelijkheid bestaat dat een gedeelte van deze gronden zal worden
ingericht als tuincentrum.
De pachtsom is verhoogd ten opzichte van 1983 met 6%. Dit is het
toegestane percentage voor "mindere landbouwgronden"Voor de "betere
landbouwgronden" zou een verhoging van 10% aanvaardbaar zijn. Wij
hebben het hoogste percentage van de voor 1984 algemeen gebruikelijke
verhoging van pachtprijzen voor landbouwgronden aangehouden, aangezien
het uitzoeken van wat goede gronden en wat minder goede gronden
zijn, meer kosten met zich mee zal brengen dan de te verwachten
extra opbrengst.
Hoewel een lager percentage dan 6% verhoging tot de mogelijkheden
behoort achten wij het hanteren van een lager percentage geen goede
zaak omdat dit de boeren, die niet in de gelegenheid zijn grond
van de gemeente te pachten, doch pachtovereenkomsten met particulieren
moeten sluiten in een nadeliger situatie brengen dan de pachters
van gemeentegrond,