Hotel De Oldehove: van lichtekooi naar lichte muze 8 Aldert Toornstra Op een van die fraaie en warme zondagmiddagen in de maand juni van 1915 was 'het mooiste terras van Leeuwarden' vrijwel tot de laatste plaats bezet. Het rus tige publiek, genietend van een koel glas rijnwijn met ijs of een coupe aardbeien met slagroom en gezeten in de schaduw van een forse boom, verdeelde zijn aan dacht tussen luchtige conversatie en het schitterende uitzicht over de stadsgracht. Het ruime terras op de hoek van het Klein Schavernek en de Westerplantage was inderdaad buitengewoon aantrekkelijk gelegen. De opgewekte klanken van een strijkje verhoogden de ontspannen sfeer en zorgen rond de oorlogstoestand langs onze grenzen leken ver weg. Interieur van Hotel Café De Oldehove, begin jaren '20 Het bleek een goed idee van uitbater Ype Schaaf om tijdens de zomermaanden de muzikanten van het Elite Orkest - Van Aken, Seijfers en Du Floo - bij mooi weer op het terras te laten spelen, want ook in dit tweede seizoen mochten deze zon dagse concerten zich steeds in een flinke belangstelling verheugen. Buiten het zomerseizoen was het vrij stil in de zaak en zorgden alleen nu en dan speciale activiteiten voor enige extra toeloop, zoals de avonden waarop gratis mosselen konden worden gegeten en de opgewekte dorst kon worden gelest door 'Bock-bier aan de kraan voor tien cent per glas'. Ook sjoelbakspelen of kegelbil jarten om hazen of eendvogels zorgde, meestal rond Sint-Nicolaas, voor een volle zaal. Gewoonlijk bood dit gemoedelijke en nette hotel voornamelijk gastvrijheid aan handelsreizigers, kooplieden, arties ten of een enkele pensiongast. Hoewel eigenaar Ype Schaaf in deze streken een bekend voordrachtskunstenaar was, trad hij vrijwel nooit in zijn eigen zaak op en bleef het vermaak beperkt tot aangename strijkmuziek. Langzamerhand raakte het beruchte verleden van dit plekje Leeuwar den steeds verder in vergetelheid. Een deftig huis van plezier Het statige hoge pand, op de hoek van de Westerplantage en het Klein Schavernek, met zijn opvallende trap voor de toegangs deur, stond namelijk tegen het eind van de negentiende eeuw in de stad bekend als een bordeel. Het mocht zich in een rui me klandizie verheugen, waarschijnlijk vanwege de strategische ligging waardoor het mogelijk was het gebouw bijna onop gemerkt te bezoeken. Misschien ook door de sfeer en uitstraling van het forse heren huis en de aanwezige dames. Vanaf 1 juli 1893 had de in Pruisen geboren Emma Louise Ruft er met een viertal prostituees haar intrek genomen. Ze kwamen uit een ander bordeel in de stad dat in het Maria Annastraatje was gevestigd. Al gauw werd het aan het Klein Schavernek een komen en gaan van klanten en tijdelijke bewoonsters. Van deze laatsten bleven sommigen er slechts enkele maanden maar hielden anderen het soms langer dan een jaar vol, voor ze weer naar elders vertrokken. Door de lig ging en het voorname karakter van het pand, trok dit bordeel duidelijk een ander publiek dan de talrijke sekshuizen in de beruchte rosse buurten in de binnenstad en in het gebied rond de kazerne. De eige nares kreeg vanaf februari 1899 gezel schap van de Pruisische koopman Julius Friedrich Gregory, die tijdelijk afwezig was geweest en nu als logementhouder stond ingeschreven. Hij zette na de sluiting van het bordeel in december 1905 en na een flinke verbouwing de zaak voort als Hotel Restaurant De Oldehove. Op 4 juni 1906 werd de vernieuwde café- en biljartzaal

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2001 | | pagina 10